Skip to content

Artikel Agraaf: Omslag landbouw staat voorop in verkiezingsdebat; vraag is hoe

Een omslag naar een meer duurzaam landbouw- en voedselsysteem is broodnodig. Daar waren de deelnemers in het debat over verkiezingen en voedsel het over eens. En boeren spelen daar een rol in. Maar partijen kwamen er niet over uit wat boeren daarvoor nodig hadden. Duidelijkheid, vond Tjeerd de Groot van D66. Meer regels, stelde Laura Bromet van GroenLinks. Een goed verdienmodel, volgens CDA’er Maurits von Martels, terwijl Arne Weverling (VVD) pleitte voor marktwerking en ondernemersvrijheid.

Het debat, opgezet door adviesbureau Schuttelaar & Partners, was opgezet in drie rondes. Telkens mocht een inleider een onderwerp openen, waarna leden van de Tweede Kamer konden reageren. Als eerste kwam Rob van Tilburg, directeur programma’s van Natuur en Milieu, aan het woord, die stelde dat Nederland naar een landbouw met minder vlees en meer groente moet. Hij pleitte ook voor een omschakelfonds om dat mogelijk te maken. „De overheid moet boeren steunen die van intensieve veehouderij naar plantaardige productie willen gaan.”

De Groot steunde de stelling. Von Martels was kritischer. Het streven was mooi, zei hij, maar als het debat vier jaar geleden was georganiseerd, had iedereen hetzelfde gezegd. Maar in die vier jaar zijn boeren enkel meer in de knel gekomen, omdat de politiek onrealistische eisen stelt. „Daarom moet bij de transitie een goed verdienmodel voor de boer voorop blijven staan”, stelde hij. „Wat je ook van plan bent, zorg dat de boeren mee kunnen doen. Anders gebeurt het niet.”

Kiloknallers

De tweede ronde was voor de supermarkten. Marc Jansen, directeur van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (de brancheorganisatie van de supermarkten) voorspelde een economische crisis als gevolg van de corona-epidemie, en pleitte voor ondernemersvrijheid om die crisis op te vangen. In een zevenpuntenplan vroeg hij aan de overheid vooral om deze vrijheid te waarborgen.

Weverling ging met de CBL-voorman mee. „De VVD wil zo weinig mogelijk regels, zodat de markt zijn werk kan doen”, stelde hij. Bromet reageerde daarop dat regelgeving juist ook rust kan geven bij de ondernemer, omdat die dan weten waar ze aan toe zijn. „Regelgeving geeft rust.”

Ik hoop op een vrije markt waar supermarkten gaan concurreren op duurzaamheid”, zei ze. „Maar in de afgelopen jaren hebben ze juist geconcurreerd op prijs. Daardoor delft de boer het onderspit en kan hij de kosten voor duurzaamheid of dierenwelzijn niet opbrengen.”

„Maar kiloknallers hebben een functie”, meende Jansen. „Van de acht miljoen huishoudens in Nederland moeten er twee miljoen uitkomen van zestig euro per week.”

Deltaplan

In de derde ronde pleitte Marcel Schuttelaar, directeur van het adviesbureau, voor een deltaplan voedselbeleid, dat zou moeten zorgen voor een duurzaam en gezond voedselsysteem. „We hebben een deltacommissaris nodig die over de ministeries heen kan kijken, en ook de draad op langere termijn, over regeringspeiodes heen, kan vasthouden.”

Von Martels kon er een stuk in meegaan. „Ik ben het eens met een integrale aanpak, met vergezichten”, zei hij. „Maar het is des te frustrerender te zien dat momenteel het omgekeerde gebeurt, en dat boeren in de knel zitten.” De boeren willen graag meedoen, dacht hij; boeren zijn ambitieus. Maar ze moeten wel tijd krijgen en draagvlak hebben.

Bron: Agraaf

Back To Top
Lid worden