Skip to content

Artikel AD: Uitbundige voorjaarsbloeiers geven waterkanten en wegbermen kleur

VAN NATURE | Langs de waterkant bloeit gele lis en wegbermen kleuren intens wit, door massale bloei van margrieten.

De massale bloei van fluitenkruid is inmiddels weer aan het tanen. Een enkel exemplaar lopen we zo voorbij, maar heel veel witte bloeiers bij elkaar trekken de aandacht. Zo is het ook bij de margriet. Ook deze fraaie witte bloemen groeien en bloeien massaal en daardoor vormen zij, net als fluitenkruid, een enorme blikvanger. In onze regio staan er momenteel veel in de Nieuwe Dordtse Biesbosch, in wegbermen, langs polderwegen en in de Oostwaard.

In de Noordwaard kun je ze eigenlijk ook niet missen, want ze staan bijvoorbeeld pal naast de Bandijk. Het is heerlijk om langs zo’n witte bloemenzee te wandelen of te fietsen. De grote bloemhoofdjes vertonen het kenmerkende kleurcontrast dat ook bij madeliefje en diverse soorten kamillen voorkomt: een krans van witte straalbloemen rondom een hart van gele buisbloemen.

Problemen

Twee verschillende soorten bloemen is hèt kenmerk van de composietenfamilie. Aangezien het ‘bouwplan’ van de bloemen zo karakteristiek is, geeft het geen probleem om vast te stellen of een plant een composiet is of niet. Daar tegenover staat dat het onderscheiden van de soorten dikwijls de nodige problemen oproept.

De bloemen wiegen zachtjes heen en weer in de wind. Als je plat op je buik ligt, lijken het er nog meer

Wereldwijd wordt het aantal soorten composieten op twintig- tot vijfentwintig duizend geschat. Hiervan behoort ongeveer een half procent tot de Nederlandse flora. Margrieten komen ook voor in de schrale hooilanden, zoals we die vinden op de oostpunt van het Eiland van Dordrecht. Zij groeien daar onder andere in gezelschap van knoopkruid, poelruit, glad walstro en moerasspirea.

Margrieten worden gegeten door paarden, schapen en geiten, maar gemeden door koeien en varkens. Een deel van de nootjes, zo heten de vruchtjes van de margriet, passeert onverteerd het darmkanaal van de grazers, waardoor zij aan de verspreiding van de plant kunnen bijdragen. Op sommige locaties bloeien duizenden margrieten. De bloemen wiegen zachtjes heen en weer in de wind. Als je plat op je buik er tussen ligt, lijken het er nog meer. Jammer dat het zo druk is op de rondgaande wegen, want door het knetterende- en ronkende geluid van voorbij razende motoren waan je je soms op het TT Circuit in Assen.

Bloeiende margrieten zijn niet alleen karakteristiek voor de meimaand, aan de waterkant steekt ook de gele lis de kop op. In Nederland is de gele lis een bekende verschijning langs sloten en andere ondiepe waterwegen. Doordat deze algemeen voorkomende oeverplant veel voedingsstoffen uit het water opneemt, kan de gele lis bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit.

Hommels

De forse gele lis houdt van zon en halfschaduw. De gele lis groeit vooral langs de waterkant, maar is ook te vinden in moerassen en drassig grasland. De grote, zwavelgele bloemen bloeien in mei, juni en juli en hebben drie naar beneden buigende bloemdekslippen en drie schuin opstaande kroonbladen. De nectar is vrij diep in de bloemen weggestopt; zweefvliegen en hommels moeten er dan ook helemaal in kruipen om bij het fel begeerde, zoete goedje te komen.

De lange bladslippen zijn in het hart van de bloem, voorzien van een honingmerk, in feite fungeert dat als een soort bewegwijzering naar de nectar. Na de bloei van de gele lis zitten de zaden als een rolletje munten opgestapeld in driekantige zaaddozen. Deze bevatten luchtholten waardoor ze kunnen drijven en uiteindelijk blijven die ergens langs de oever steken om er later te ontkiemen.

Kleurrijk patroon wijst naar nectar

Het honingmerk van een bloem bestaat uit een afwijkend gekleurd patroon van lijnen, stippen en vlekjes op de kroonbladen, die de richting aan geven waar de nectar zich bevindt. Die vlekjes op het honingmerk zijn voor ons niet altijd te zien, maar kunnen wel onder ultraviolet licht zichtbaar worden gemaakt. Bij bloemen die afhankelijk zijn van kruisbestuiving worden insecten en dieren gelokt doordat de bloemen nectarklieren bezitten en veel stuifmeel produceren. Bijen verzamelen stuifmeel en nectar en raken hierbij bepoederd met stuifmeel dat bij het bezoek aan de volgende bloem op de stempel van die bloem komt. Bloemen lijken soms op het betreffende insect waardoor het insect wil paren en zo de bloem bestuift, zoals bij de vliegenorchis.

Bron: AD Rivierenland

Back To Top
Lid worden