29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Artikel Nieuwe Oogst: Schouten ontvouwt contouren Nationale Eiwittransitie
Landbouwminister Carla Schouten heeft de eerste contouren van de Nationale Eiwitstrategie naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin schetst zij de beweging die de land- en tuinbouw, voedselindustrie, supermarkten en consumenten moeten maken.
Nederland en Europa moet zelfvoorzienend worden in plantaardig eiwit voor menselijke en dierlijke consumptie. De teelt en consumptie van eiwitrijke gewassen moet daarom een impuls krijgen en reststromen beter tot waarde worden gebracht, schrijft Schouten aan de Tweede Kamer.
Volgens de bewindsvrouw heeft de coronacrisis kwetsbaarheden aangetoond in ons voedselsysteem. ‘Ik benadruk daarom het belang van korte ketens, van voedsel en veevoer dat in de omgeving wordt geproduceerd.’
In mei vond er een uitgebreide online stakeholdersconsultatie plaats met partijen uit de gehele eiwit-waardeketen (ondernemers, onderzoekers, overheden en NGO’s). Dit heeft volgens de minister veel vernieuwende ideeën en realistische inzichten opgeleverd voor de Nationale Eiwittransitie (NES).
Drie sporen
De NES zal worden opgezet langs drie sporen. Het uitgangspunt is dat de mogelijkheden moeten bijdragen aan verduurzaming, gezond en veilig voedsel, verdienvermogen voor Nederland en vraaggerichte innovatie.
Het eerste spoor betreft de inzet op de teelt van bepaalde eiwitrijke gewassen in Nederland of, via export van Nederlandse kennis, elders in Europa. Uit door het ministerie LNV gefinancierd onderzoek van Wageningen Universiteit & Research (WUR) blijkt bijvoorbeeld dat vlinderbloemigen zoals lupine en veldbonen -die tevens goed kunnen bijdragen aan de biodiversiteit- voor Nederland zeer geschikte gewassen kunnen zijn voor toepassingen in veevoeders en als grondstof voor de productie van plantaardige levensmiddelen.
Nederland heeft echter maar beperkt ruimte beschikbaar voor de teelt van eiwitrijke gewassen, schrijft Schouten. Een toename in areaal zal ingepast moeten worden in het akkerbouw-bouwplan. Hier liggen kansen om gelijktijdig in te zetten op verduurzaming in de akkerbouw richting bodem en milieu, verbreding van het bouwplan en kan bijdragen aan een verdere invulling van de kringlooplandbouw.
Algen en schimmels
Het tweede spoor betreft innovatie en ontwikkeling van nieuwe eiwitbronnen. Denk hierbij aan het verbeteren van bestaande eiwitrijke gewassen, maar ook ontwikkeling van alternatieve eiwitbronnen zoals microbiële eiwitbronnen (algen, bacteriën en schimmels) aquacultuur (bijvoorbeeld zeewier, eendenkroos, schelpdieren), kweekvlees en insecten.
Veel van deze nieuwe eiwitbronnen bevinden zich nog in de beginstadia van onderzoek, of zijn nog niet toepasbaar binnen de huidige wetgeving. Hiervoor moeten dus nog flinke stappen genomen worden, aldus de minister. Voor onderzoeksprojecten is een budget van 15 miljoen per jaar beschikbaar.
Het laatste spoort in de transitie is de verwaarding van reststromen. Bijvoorbeeld door groene reststromen uit de landbouw (bv bietenblad), keukenafval, slachtafval of biomassa op een veilige manier in te zetten voor veevoer of het extraheren van hoogwaardige eiwitten uit bijproducten.
Belemmeringen in regelgeving
Regelgeving staat veel toepassingen hiervan nog in de weg. Een Team Reststromen dat door Schouten in het leven is geroepen gaat ondernemers die reststromen willen verwerken of gebruiken helpen door o.a. ruimte te zoeken binnen de bestaande regelgeving. Op de lange termijn gaat het om inventariseren en analyseren van vragen en belemmeringen van ondernemers. Deze kunnen gebruikt worden voor het ontwikkelen van nieuw (EU-)beleid.
Schouten erkent dat een voorwaarde voor het slagen van de NES is dat er een markt voor de nieuwe producten ontstaat. Op het gebied van het aanbod is verdere verbetering van de huidige generatie nieuwe eiwitproducten nodig, qua smaak, structuur, kwaliteit, duurzaamheid en prijs.
Schijf van Vijf
Aan de vraagkant gaat het kabinet inzetten op een eetpatroon dat de leefomgeving minder belast, met een gezonde balans tussen dierlijk en plantaardig eiwit conform de Schijf van Vijf en vermindering van de gemiddelde overconsumptie van eiwit in Nederland.
Binnen de EU werken ook andere landen aan een eiwitstrategie, schrijft Schouten. Denemarken en Vlaanderen richten op verschillende alternatieve eiwitbronnen zowel geproduceerd op land en gehaald uit rest- en nevenstromen.
Denemarken richt zich daarbij ook op alternatieve eiwitten uit het water zoals mosselen en zeewier. En Vlaanderen zet in op de subsidiëring van vlinderbloemigen. Duitsland wil de teelt van dat gewas ook stimuleren. Frankrijk komt in september met een nieuwe eiwitstrategie.
In de Europese boer-tot-bordstrategie heeft de Europese Commissie ook de ambitie uitgesproken om de zelfvoorzieningsgraad voor Europese plantaardige en nieuwe eiwitten te verhogen. Bovendien wil de EC eiwitgewassen die gerelateerd zijn aan ontbossing van de Europese markt weren.
Onderscheidend verdienmodel
De centrale opgave van de Nationale Eiwitstrategie is volgens Schouten een duurzame productie van alternatieve eiwitten zowel veevoer als humane consumptie, waarbij Nederland een onderscheidend verdienmodel ontwikkelt, dat concurrerend is met soja van buiten de EU.
De komende maanden worden de drie sporen in de NES verder uitgewerkt. Aan het einde van 2020 wil Schouten het definitieve voorstel voor de Nationale Eiwitstrategie naar de Tweede Kamer sturen.
Bron: Nieuwe Oogst