Skip to content

Zuid-Holland pampert de grutto en zet de boeren aan het werk

Zuid-Holland wil weer meer grutto’s in het weiland. Als het met deze weidevogel beter gaat, zo is de gedachte, dan zal het ook wel goedkomen met teruglopende soorten als tureluur, kievit en veldleeuwerik.

Iedere provincie broedt op plannen om de boerenlandvogel te vertroetelen, want iedereen ziet dat het fout gaat. Zuid-Holland is een van de weinige provincies die er ook serieus geld in steken, zegt natuur-ambtenaar Erik Buijserd.

Dat is hard nodig in een Randstadprovincie, die de komende vijf jaar minstens honderdduizend nieuwe woningen moet bouwen. Verlies aan leefgebied is een belangrijke oorzaak van de ­afname van weidevogels. De intensieve akkerbouw en veeteelt én de toename van belagers, zoals vossen, spelen ook een rol.

Buijserd had een gruttogarantie gegeven voor een tochtje door het Groene Hart: in de Alblasserwaard zouden we zeker enkele broedende of baltsende grutto’s zien en ja hoor, vlakbij Noordeloos, in het kruidenrijke grasland van biologische boer Teunis Jacob Slob, ­zitten er een paar uitbundig te broeden. Heel bijzonder is dat ook weer niet, want volgens schattingen broedden er tot voor enkele jaren tussen de vijf- en zesduizend gruttoparen in Zuid-Holland. Dat was ongeveer 15 procent van de landelijke gruttopopulatie. Het Zuid-Hollandse weidegebied is nog altijd belangrijk voor boerenlandvogels. Maar de trend daalt zorgwekkend, al zowat twintig jaar.

Boer Slob en zijn vennoot Rokus Lakerveld doen er alles aan om hun land vogelvriendelijk te maken. Ze hebben samen ongeveer 130 melkkoeien. Op 35 hectare van hun weidegrond wordt niet gemaaid tot aan het einde van het broedseizoen, vertelt Lakerveld. In greppels op het land wordt water gepompt om insecten te lokken, voer voor weidevogel­kuikens. Op de stukken land waar wel wordt gemaaid, markeren vrijwilligers van het Zuid-Hollands Landschap de nesten. Zo’n zeshonderd vrijwilligers bewaken in de provincie de nesten van boerenlandvogels.

Blaarkoppen
Slob en Lakerveld hebben bewust gekozen voor Groninger blaarkoppen voor hun melkvee. “Dat zijn koeien die wat minder melk ­geven, maar ze kunnen goed tegen ruwvoer”, zegt Lakerveld. Omdat de biologische boeren in de lente minder eiwitrijk gras oogsten, krijgt het vee langer ruwvoer (dat een hoog percentage onverteerbare stoffen bevat).

Zuid-Holland deed in 2015 in de drie regio’s Midden-Delfland, Haaglanden en Krimpenerwaard een nulmeting van 23 vogelsoorten van het boerenland. In 2018 werd de meting herhaald en volgend jaar is er een derde meting. Tussen 2015 en 2018 daalde het aantal grutto’s in de drie regio’s van 776 tot 576. De tureluurs namen af van 378 tot 328. De kievit ging van 1477 naar 1044. Het zijn geen vrolijk stemmende cijfers. Alleen met de veldleeuwerik ging het na de nulmeting, marginaal, beter: van 81 stuks in 2015 naar 85 in 2018 in de drie weidegebieden.

Uiterlijk in 2022 moeten de dalende lijntjes zijn omgebogen. Dat gaat niet vanzelf. Zuid-Holland heeft met boerenorganisaties en met landschaps- en milieuorganisaties een actieplan boerenlandvogels gemaakt voor de periode tot 2027. Na afloop moeten er 5 procent meer gruttoparen zijn dan in 2015 – en hopelijk geldt dat dan in gelijke mate ook voor andere vogelsoorten die nu in zwaar weer zitten.

Aan de boeren in het Groene Hart ligt het niet, zegt voorzitter Cees de Jong van het collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Deze organisatie is sinds 2016 belast met de uitvoering en uitbetaling van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer in het gebied. Er is veel animo voor het beschermen van de weidevogel. Van de maximaal zevenhonderd boeren in het gebied, zijn er 250 die een vorm van natuurvriendelijk beheer op hun bedrijf hebben ingevoerd. De Jong: “Dan heb je het in totaal over vijf- tot zesduizend hectare grond. Het agrarisch natuurbeheer is dertig jaar geleden hier in de ­Alblasserwaard uitgevonden. Er zijn hier boeren die als tweede generatie met natuurbeheer werken.”

Plas-dras
De Jong, eigenaar van 120 koeien op zijn bedrijf in Hoogblokland, heeft een feitje paraat dat volgens hem het succes van het beheer van boerennatuur in zijn gebied feilloos illustreert: in twee jaar is het aantal ‘plas-drasgebieden’ gestegen van vier tot 103. Plas-dras ontstaat door lage delen van gras- of akkerland vanaf april een tijdlang onder water te zetten. Dit trekt steltlopers en eenden aan om er voedsel te zoeken, er dichtbij te broeden en om er de ­kuikens op te laten groeien. Het zorgt ook voor de aanwezigheid van grote aantallen insecten, voedsel voor kuikens.

De Jong waakt voor te groot optimisme. “De situatie is nog altijd zorgwekkend, maar wij denken dat agrarisch natuurbeheer de grootste kans biedt om de trend te keren.”

Dat bevestigt Louis de Groot, eigenaar van melkveebedrijf De Heihoeve in Giessenburg. Hij heeft zo’n 170 hectare grasland. Vijftien jaar geleden begon hij met het beschermen van nesten. De Groot werkt met uitgesteld maaien. Waar hij wel maait, zoeken vrijwil­ligers de nesten op. “Daar ga je dan omheen. Twintig jaar geleden keek je nergens naar, je ging maaien en je zag vaak de nesten wel, maar je maaide ze gewoon omver. Nu zijn we er serieus mee bezig. Ik denk dat wij 140 tot 150 ­nesten per jaar beschermen, onze vrijwilligers vinden 80 procent van de nesten.”

Waterpeil
Om de leefomgeving voor boerenlandvogels te bevorderen, wil Zuid-Holland in de natuurgebieden beheer en inrichting van de vierduizend hectare weidevogelreservaten ingrijpend verbeteren. Het waterpeil in sloten moet in het voorjaar omhoog en er moeten nog veel meer plas-drasvoorzieningen komen, het aantal natuurvriendelijke oevers moet worden uitgebreid en ook de druk van recreatie zal daar minder moeten.

In het landbouwgebied van de provincie moet het areaal met agrarisch natuurbeheer met tweeduizend hectare worden uitgebreid tot in ­totaal achttienduizend hectare. Er zullen een paar honderd extra plas-draspompen worden geplaatst om stukken weiland onder water te zetten. Het landschap moet ook minder geschikt worden gemaakt voor dieren die nesten van weidevogels leeghalen, zoals vos, kraai en buizerd. Zuid-Holland wil ook nagaan of de jacht op vossen een oplossing kan bieden, maar dát staat niet met zoveel woorden in het actieplan.

Bron: Trouw

Back To Top
Lid worden