Skip to content

Klompenmaker Peter ziet de belangstelling voor zijn vak gestaag groeien

Traditionele beroepen, van molenaar tot beroepsvisser en van glasblazer tot mandenvlechter. In de regio zijn ze er nog volop, maar is er anno 2019 nog wel een boterham mee te verdienen? Wie zijn de beoefenaars? En hoe zit het met de toekomst ervan? Het AD gaat deze zomer op onderzoek uit.

De interesse voor het klompenmakersvak zat er bij Peter den Dekker (1971) al vroeg in. Hij was nog maar twaalf toen hij aanklopte bij de plaatselijke klompenmaker met de vraag of hij mocht helpen. Van Gennip kon wel een hulpje gebruiken, dus voor een bescheiden zakcentje kwam Petertje op zijn vrije woensdag- en zaterdagmiddagen een handje helpen. In korte tijd leerde de geboren Dussenaar de fijne kneepjes van het ambacht. Vijf jaar lang was hij zo vaak hij kon in de werkplaats te vinden, maar kiezen voor het beroep, dat kwam pas jaren later.

,,De familie Van Gennip woonde in de boerderij hiernaast”, vertelt Den Dekker in zijn huidige werkplaats aan de Korn in Dussen. Tussen 1871 en 2002 verdienden drie generaties hier een boterham.” Toen de laatste Van Gennip er 17 jaar geleden mee wilde stoppen, was er geen opvolger in de familie. Het ging hem aan het hart dat de traditie verloren zou gaan, dus vroeg hij zijn vroegere hulpje of die interesse had om het over te nemen. ,,Ik heb wel even geaarzeld”, blikt laatstgenoemde terug.

,,Ik had inmiddels een goede baan in de wegenbouw en van klompen maken word je niet rijk. Daar is nagenoeg geen vraag meer naar. Maar het bloed stroomt toch waar het niet gaan kan en na rijp beraad met mijn echtgenote Patricia heb ik de knoop doorgehakt. We bedachten een concept waarin demonstraties, betalende bezoekers, catering en een winkel een rol spelen. Ook Patricia zou zich volledig inzetten. Of we daarmee het hoofd boven water konden houden, was een gok.”

Plak cake
Maar het plan sloeg aan. Afgelopen jaar ontving het paar zo’n 20.000 bezoekers, een aantal waarop ze destijds in hun stoutste dromen niet durfden hopen. ,,En de belangstelling blijft gestaag groeien”, aldus de klompenmaker. ,,Bedrijfsuitjes, familiefeesten, scholen, groepen van De Zonnebloem, noem maar op, alles dankzij de nostalgie die wij hier koesteren.”

Vandaag is de Katholieke Bond voor Ouderen uit het Noord-Limburgse Milsbeek op bezoek, een goedgemutst groepje senioren, zestig in getal. ,,We maken ons jaarlijkse uitstapje”, vertelt de voorzitster van de afdeling. ,,Het busbedrijf dat voor het vervoer zorgt kwam met de tip om hier naartoe te gaan.” In de grootste ruimte van het rustiek uitgevoerde houten gebouw zitten de gasten aan lange tafels onder honderden klompjes die aan de zoldering hangen. Door de gangpaden dribbelt het echtpaar Den Dekker met dampende koffiekannen. Ook is er voor iedereen ‘een lekkere plak cake’. Als de koffie op is, wordt het gezelschap verzocht plaats te nemen in de werkplaats. Dan verschijnt de klompenmaker ten tonele, uitgerust met een headset, waardoor hij via de speakers uitstekend verstaanbaar is.

,,De machines komen nog uit de oude klompenmakerij van Van Gennip”, opent hij zijn verhaal. ,,Ze zijn ruim honderd jaar oud maar technisch nog in redelijke staat.” Hij toont hoe een van de machines een mal kopieert en vertelt dat hij beschikt over 36 verschillende mallen. Tot vermaak van de aanwezigen vliegen de snippers in het rond wanneer een klomp populierenhout in minder dan een minuut in de buitenste vorm van een klomp verandert. De tweede machine gutst daarna in een mum van tijd de holte er in. ,,Het handwerk van vroeger is totaal verleden tijd”, zegt Den Dekker.

,,Toen ik begon was het al ouderwets. Met de hand maak je hooguit vier paar per dag, met deze machine een veelvoud. En op moderne machines haal je gemakkelijk duizend paar per week. Je ziet het oude ambacht alleen nog op evenementen en braderieën.” Ook hijzelf schnabbelt regelmatig als handwerksman op locatie in binnen- en buitenland. ,,Er is veel vraag, ik kan het ook in het Engels, en ik ben de hele wereld al overgevlogen.”

Grapjes
Inmiddels gaat de zojuist vervaardigde klomp van hand tot hand en Milsbeek verbaast zich over het gewicht. ,,Dat komt doordat het hout nog nat is”, is de uitleg. ,,Het moet nog vier weken drogen.” Ook het schuren blijkt volkomen geautomatiseerd. Alleen het schilderwerk gebeurt bij hem nog handmatig. Met vaste hand toont hij een paar technieken. ,,Ik kan er alles op schilderen”, zegt hij (niet zonder gevoel voor commercie), namen en data, u vraagt en wij schilderen.” Gaandeweg stijgt de stemming door de grapjes waarmee hij zijn verhaal doorspekt.

,,Hij doet het leuk, hè”, fluistert een bezoeker, ,,een echte entertainer.” Na een uur vertrekt de groep via de klompenwinkel richting touringcar. In de zaal bereiden de Den Dekkertjes de ontvangst van een volgende groep voor. Over de toekomst van het vak maakt het koppel zich geen zorgen. Zoon Dani (19) loopt zich al warm voor de opvolging.

Bron: AD Rivierenland/Beeld: Cor de Kock

Back To Top
Lid worden