Skip to content

Deze drone redt voor de honderdste keer een reekalf van de maaimachine

WINTERSWIJK – Drie jaar geleden vloog de drone van de Wildbeheereenheid Winterswijk voor het eerst over het hoge gras om naar reekalfjes te speuren. Donderdagochtend werd met de moderne techniek het honderdste kalf opgespoord. Het dier rende zelf naar een veilige plek, voordat het gras met een zware landbouwmachine wordt gemaaid.

De wildbeheereenheid beschikt inmiddels over vijf drone-piloten. Die komen aan het begin van de zomer in actie om ’s ochtends vroeg, voordat boeren aan hun maaiwerk beginnen, het grasland af te speuren. Aan de drone hangt een warmtebeeldcamera: die registreert het warme dier in het koudere gras.

Op een beeldscherm op de grond is het diertje te zien als een witte stip. Een van de vrijwilligers loopt vervolgens het veld in. Het reekalf slaat dan vaak op de vlucht, soms wordt het dier met enkele flinke plukken gras beetgepakt en in een ander grasland neergezet.

34, 39, 100
Het eerste jaar werden met behulp van de drone met de warmtecamera 34 jonge reeën gered, vorig jaar 39 en nu is dat aantal tot boven de honderd gestegen. Op deze donderdagochtend ging het om vier jonge dieren.

,,Mensen snappen niet altijd wat we doen”, zegt Gosse Visser van de Wildbeheereenheid Winterswijk. ,,We zoeken de reekalfjes nu op en later schieten we dieren af. Maar als we deze dieren niet redden lopen ze de kans om in de maaier van de boer terecht te komen. Soms zijn ze dan meteen dood, maar het kan ook dat ze hun poten verliezen, dan sterven ze een gruwelijke dood.”

Belang van de boer
Dat voorkomen is ook in het belang van de veehouder die het gemaaide gras aan zijn koeien wil voeren. ,,Je wilt als melkveehouder niet dat de rottende resten van een dood dier in het gras terechtkomen, in het voer voor je beesten, dan heb je kans op bijvoorbeeld vergiftiging door botulisme.”

De drones met warmtebeeldcamera worden op steeds meer plaatsen in Nederland ingezet om reekalfjes te redden. In de Achterhoek gebeurt dat onder meer rond Aalten, Doetinchem, Rekken en Lochem, daarbuiten ook in Utrecht, Limburg en Twente.

Bron: de Gelderlander

Back To Top
Lid worden