Boeren, imkers en boswachters gaan samen overschot van honingbijen in Biesbosch te lijf

Het overschot aan honingbijen in de Biesbosch, veroorzaakt door imkers die kasten aan de randen van het natuurgebied neerzetten, wordt aangepakt. Dat melden de Nederlandse en de Dordtse Bijenhoudersvereniging.

Bijen zijn hard nodig, maar in de Biesbosch overheerst één soort: de honingbij. Die verdringt met zijn door imkers gestimuleerde aanwezigheid de wilde bij. Sterft de wilde bij uit, dan is dat funest voor de natuur, want de wilde bij is van groot belang voor de biodiversiteit. Dit voorjaar sloeg Staatsbosbeheer alarm om de oprukkende hobby-imkers en werd een limiet gesteld voor honinghandel uit de Biesbosch zelf.

Daarmee houden de boswachter echter niet de (buitenlandse) imkers tegen die nét buiten de Biesbosch hun kasten neerzetten, bijvoorbeeld op het erf van een boer. Dat mag gewoon, maar zorgt dus alsnog voor een overschot aan honingbijen. Een bij naast de Biesbosch vliegt evengoed de Biesbosch in, waar met name de plant Reuzebalsemien bijzonder aanlokkelijk is.

Ziekte
,,De massale toeloop baart imkers zorgen’’, laat lokale imkervereniging NBV Dordrecht weten. ,,Ook vanwege de risico’s voor de bijengezondheid. Niet alleen is onvoldoende duidelijk wat de interactie tussen honingbijen en inheems voorkomende bijen is, ook de kans op uitbraak van besmettelijke dierziekten onder honingbijen, zoals Amerikaans Vuilbroed, is zorgelijk.’’

De Nederlandse Bijenhoudersvereniging en imkervereniging NBV Dordrecht willen alle betrokkenen samenbrengen om een oplossing te bedenken. Als eerste wordt in kaart gebracht hoeveel kasten er nu eigenlijk rond de Biesbosch staan en van wie die zijn.

Vorige maand is al gesproken met bijenhouders rond De Biesbosch. Ook is met belangenverenigingen en wetenschappers gepraat. Begin 2020 schuiven ook natuurbeheerders, agrarische organisaties en ‘lokale en landelijke overheden’ aan om maatregelen te bedenken.

Bron: AD Rivierenland