Skip to content

Artikel Trouw: Johan Remkes: De uitstoot van stikstof moet drastisch omlaag

De plannen van de regering zullen de natuur in Nederland niet in een goede staat brengen, stelt stikstofadviseur Johan Remkes.

De uitstoot van stikstof in Nederland moet de komende tien jaar halveren. Alleen dan zal de staat van de Nederlandse natuur verbeteren. Dat stelt het Adviescollege Stikstofproblematiek van oud-minister Johan Remkes in een advies dat het gisteren aan de regering heeft aangeboden. De huidige plannen van het kabinet om de natuur te beschermen tegen overbelasting met schadelijk stikstof zijn volgens Remkes onvoldoende en zullen juridisch geen stand houden.

De afgelopen dertig jaar, stelt Remkes, is de natuur het ondergeschoven kindje geweest in het regeringsbeleid. Al die tijd kregen economische belangen voorrang, en het kortstondige kabinet kabinet-Rutte I (2010-2012) verminderde het budget voor natuurbeleid zelfs met 60 procent. Dat betekende dat er nauwelijks geld was om uitvoering te geven aan Europese natuurbeschermingsverplichtingen.

Volgens Remkes heeft Nederland onderschat wat de betekenis was van deze verplichtingen en onvoldoende ingezien dat goede natuurbescherming soms om pijnlijke economische keuzes vraagt. Nederland wilde de kool en de geit sparen: meer economische activiteiten en tegelijk de natuur beschermen. Het daarvoor ingestelde ‘Programma Aanpak Stikstof’ werd evenwel vorig jaar door de Raad van State ongeldig verklaard. Zonder aanpak van stikstof kunnen uitbreidingen van wegen, bedrijven en boerderijen niet doorgaan, omdat ze leiden tot een toename van de stikstofuitstoot.

Op zoek naar ‘rek en ruimte’

De regering heeft het afgelopen jaar hard gewerkt om uit deze impasse te komen, signaleert Remkes. Hijzelf werd (tijdens een vakantie in Portugal) gevraagd om een college van deskundigen voor te zitten, en afgelopen april presenteerde minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een nieuwe ‘Structurele Aanpak Stikstof’. Maar, waarschuwt Remkes: dit dreigt weer uit te lopen op een debacle. De maatregelen die de minister voorstelt, komen neer op zoeken naar ‘rek en ruimte’ in de regels, zonder garantie dat de toestand van de natuur verbetert. Op die manier voldoet Nederland niet aan zijn Europese natuurbeschermingsverplichtingen.

Minister Schouten heeft het streven uitgesproken dat in 2030 de helft van de gevoelige natuur in Nederland niet meer door stikstof wordt overbelast. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft doorgerekend dat daarvoor noodzakelijk is dat de uitstoot van stikstof de komende tien jaar met een kwart vermindert. Volgens het adviescollege van Remkes is dit echter volstrekt onvoldoende om kwetsbare natuurgebieden in een gunstige staat te brengen, zoals Nederland verplicht is. Daarvoor moet het kabinet zijn ambitie verdubbelen: niet een kwart minder uitstoot in 2030, maar een halvering. Dat is een zeer grote opgave, want na jaren van dalende uitstoot is de emissie de laatste jaren weer gestegen.

Met zijn advies sluit Remkes aan bij wat het Wereld Natuur Fonds en de Nijmeegse milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (die het vorige stikstofbeleid juridisch aanvocht) eerder al uitspraken. “Een halvering van de stikstofuitstoot betekent vooral een flinke inspanning voor de landbouw”, stelt directeur Kirsten Schuijt van het Wereld Natuur Fonds. “Bijvoorbeeld via het uitfaseren van de import van veevoer zoals soja.” Dergelijk veevoer is zeer eiwitrijk en zorgt voor extra stikstof (in de vorm van ammoniak) in de mest van vee. Remkes bepleit een ‘emissiearme landbouw’ die minder kunstmest gebruikt. In het (vrijwillig) uitkopen van willekeurige boeren ziet Remkes weinig. Uitkopen is alleen zinvol bij bedrijven met een hoge uitstoot nabij natuurgebieden.

Hoewel de landbouw verantwoordelijk is voor het grootste deel van de stikstofuitstoot in Nederland, roept Remkes ook andere sectoren op schoner te gaan werken. Vooral aan de scheepvaart kunnen veel strengere uitstootbeperkingen worden gesteld.

Naast het beperken van de stikstofuitstoot is het volgens Remkes noodzakelijk om de natuur te versterken. Het adviescollege pleit onder meer voor verbindingen tussen natuurgebieden. Van de beschermde natuurgebieden verkeert bijna 90 procent in een ongunstige staat. Dat geldt ook voor 70 procent van de beschermde planten- en diersoorten. Met het tot nu toe gevoerde beleid, concludeert Remkes, zal dat niet veranderen.

Bron: Trouw

Back To Top
Lid worden