ALBLASSERWAARD • 750 jaar droge voeten: daar kun je best een feest voor vieren. Alblasserwaard…
Artikel Rijnmond: 11 wilde dieren die van onze regio hun nieuwe thuis hebben gemaakt
Ons kleine, vlakke Nederland staat niet bekend om de vele bijzondere wilde dieren. Daar zijn verre vakanties en dierentuinen voor. Toch laat een aantal wilde dieren zich de laatste jaren steeds vaker in onze regio zien. Sommigen waren langer geleden volop aanwezig en nu terug van weggeweest, anderen hebben door klimaatverandering langzaam een nieuw thuis gevonden.
Goed, het zijn geen enorme roofdieren die in roedels onze regio binnenstormen, al is de wolf niet ver weg meer, maar groot en gevaarlijk is niet per se meer speciaal. We zetten de meest opvallende nieuwe regiogenoten op een rijtje.
1. De stadsvos
Leeft al een tijdje onder ons binnen de stadsgrenzen van Rotterdam. Naar schatting zijn het er inmiddels wel 30 tot 50. In de stad is genoeg voedsel, slaapplek en beschutting tegen vijanden. Ze eten bijvoorbeeld konijnen, ratten en… Turkse pizza! In het Natuurhistorisch Museum vonden stadsecologen shoarmaresten en stukjes aluminiumfolie in de maag van een aangereden vos. Ter ere van deze nieuwe stadsgenoot staat in Bospolder vlakbij Marconiplein een tien meter hoge vos.
2. De steenmarter
Heeft zich, net als de boommarter, vanuit de Biesbosch en de Alblasserwaard een weg naar de stad gebaand. Waar de vos vooral boven de Nieuwe Maas blijft, chillt de steenmarter liever op Zuid. Er gaan ook verhalen dat ze meeliften met voertuigen, er zijn wel eens jongen gevonden in ladingen in de haven, maar de kans is groot dat ze gewoon zijn komen lopen.
3. De meerval
Deze joekels kunnen makkelijk langer dan twee meter worden. Door een omleiding in de Donau zwemmen ze steeds vaker door de Biesbosch, de Merwede en de Rotterdamse havens. Leuk voor sportvissers zoals Tobias, die een record neerzette door een meerval van 2,35 meter aan de haak te slaan, maar ook voor zeehonden! Zo zette een zeehond in de Nieuwe Maas onlangs zijn tanden in een flinke meerval. Min of meer hetzelfde geldt trouwens voor de zalm. Die paait in Duitsland en zwemt nu soms onder de Erasmusbrug door de Nieuwe Maas op.
4. De zeehond
Die zeehond met een meerval in de bek is wel een heel zeldzaam gezicht, maar je kunt het beest zelf waarschijnlijk steeds vaker spotten. De populatie neemt toe en zolang de open zee niet te ver is, kunnen zeehonden prima een stuk landinwaarts zwemmen. Er is ook wel eens een zeehondje gespot in de Dordtse Kil.
5. De zeeprik
Was in de vorige eeuw best lang een bekende inwoner van de Nederlandse rivieren. Totdat de Haringvlietdam werd gebouwd. Nu is het aantal waarnemingen van de zeeprik in de regio minimaal. Ze passeren de Biesbosch wel vanuit de Noordzee, maar dat gaat eigenlijk altijd onopgemerkt. Toch zag boswachter Thomas van der Es er vorig jaar ineens eentje spartelen. Nu de Haringvlietsluizen op een kier zijn gezet, kunnen dit soort vissen weer stroomopwaarts zwemmen om te paaien.
6. De sikkelsprinkhaan
Wat je ’s avonds hoort tjirpen is waarschijnlijk de grote groene sabelsprinkhaan, maar die heeft de afgelopen jaren gezelschap gekregen van een aantal andere sprinkhanen die vanuit Zuid-Europa onze kant op komen springen. De zuidelijke boomsprinkhaan, het zuidelijke spitskopje en de sikkelsprinkhaan zijn mede door klimaatverandering verder naar het noorden gekomen. Als er lekker veel eetbare plantensoorten zijn, dan gaat het goed met ze. En vogels vinden op hun beurt de sprinkhanen dan weer erg lekker.
7. De visarend
De hele wereld kon meekijken hoe de visarenden afgelopen maart op het nest in de Biesbosch landde. Dat is de enige plek in de hele Benelux waar visarenden broeden. Het mannetje heeft hier in 2016 het eerste nest gesticht, na eeuwenlange afwezigheid. Het water in de Biesbosch is ruim en rijk aan vis. Precies wat visarenden nodig hebben. Volgens boswachter Thomas van der Es gaat het goed met de visarenden in Duitsland en Frankrijk. Daar zijn er nu zoveel van dat sommigen hun weg naar Nederland hebben gevonden.
8. De medicinale bloedzuiger
Werd eerder dit jaar ineens ontdekt in verschillenden duinpoeltjes in het waterwingebied Middel- en Oostduinen bij Ouddorp. Tot nu toe kwam de bijzondere medicinale bloedzuiger alleen in Limburg, Brabant en Gelderland voor. Het diertje, een wormsoort, houdt dan ook van ondiepe poelen waar het water snel warm wordt, niet te zuur is en niet te voedselrijk. Het leeft van het verse bloed van paarden, koeien en reeën die in de poelen komen drinken. De worm kan twintig centimeter lang worden en kruipt zich voort met twee zuignappen aan de uiteindes van zijn lijf. Ze zijn niet gevaarlijk en kunnen zelfs helpen om moeilijke wonden te genezen.
9. De flamingo
Werd eerder dit jaar ineens ontdekt in verschillenden duinpoeltjes in het waterwingebied Middel- en Oostduinen bij Ouddorp. Tot nu toe kwam de bijzondere medicinale bloedzuiger alleen in Limburg, Brabant en Gelderland voor. Het diertje, een wormsoort, houdt dan ook van ondiepe poelen waar het water snel warm wordt, niet te zuur is en niet te voedselrijk. Het leeft van het verse bloed van paarden, koeien en reeën die in de poelen komen drinken. De worm kan twintig centimeter lang worden en kruipt zich voort met twee zuignappen aan de uiteindes van zijn lijf. Ze zijn niet gevaarlijk en kunnen zelfs helpen om moeilijke wonden te genezen.
9. De flamingo
Is niet helemaal nieuw in de regio, maar sinds een paar jaar is de groep die overwintert in het Grevelingenmeer flink aan het groeien. Ze vliegen naar Duitsland om te broeden en krijgen meer kuikens. Ook vermoedt boswachter Piet van Loon dat vogels uit het zuiden, zoals het Middelandse zeegebied, zich aansluiten bij deze groep. Inmiddels zijn het er al zo’n 80. De eerste zitten er al! Het zoute water van het Grevelingenmeer bevriest niet en is ondiep, waardoor de vogels makkelijk aan eten kunnen komen. Er varen ook maar weinig boten langs, dus de flamingo’s kunnen lekker ontspannen staan. Je kunt ook flamingo’s zien in de Biesbosch, in natuurgebied De Groenzoom boven Berkel en Rodenrijs en soms in de Willem Alexanderbaan bij Zevenhuizen.
10. De platte oester
Is nooit helemaal uit de Nederlandse wateren verdwenen, maar tot voor kort was er nog maar weinig over van de grote oesterriffen die hier tot het begin van de negentiende eeuw goed hebben gedijd. Ze worden wel veel gekweekt om op te eten, maar leven nu ook in het wild in het havengebied bij de Maasvlakte. Ze wonen op de harde ondergrond van uitgestrooide oesterschelpen. De terugkeer van het weekdiertje is volgens maritiem bioloog Linda Tonk te danken aan ‘voldoende larven in het water en een gunstige stroming’.
11. De meervleermuis
Leeft sinds een paar jaar in een kolonie in een paar flats in Rotterdam-Zuidwijk. Ze werden ontdekt in het Zuiderpark. Stadsecologen hebben er een paar gevangen, een zendertje gegeven en gevolgd naar hun plekje in de flats. Het eerste jaar waren het er 80, dit jaar zijn er 40 geteld, maar het kan ook dat ze zich in groepen hebben verspreid.
Bonus: Monster van Rijnhaven
Deze nieuwkomer en tegelijkertijd hekkensluiter wordt de laatste weken gezien in de Rotterdamse Rijnhaven. Wat voor ‘dier’ het precies is, is nog niet bekend, maar een eervolle vermelding is het monster zeker waard.
Meer biodiversiteit
De gemeente Rotterdam wil de biodiversiteit in de stad graag nóg meer vergroten. Het plan daarvoor is dit jaar goedgekeurd door de gemeenteraad. De eerste stap is in kaart brengen hoe ‘biodivers’ Rotterdam op dit moment is. Als dat duidelijk is, kunnen er plannen worden gemaakt om nog meer ruimte te maken voor meer verschillende dieren, planten en insecten.
Bron: Rijnmond