ALBLASSERWAARD • 750 jaar droge voeten: daar kun je best een feest voor vieren. Alblasserwaard…
Artikel Nieuwe Oogst: Waardering voor boeren en tuinders stijgt
De waardering voor boeren en tuinders zit voor het eerst sinds 2012 in de lift. De redenen waarom burgers een positievere kijk op de land- en tuinbouw hebben, zijn wel veranderd. Duurzaamheid blijft een belangrijke voorwaarde. Maar smaak, betaalbaarheid, gezondheid en nabijheid winnen aan prioriteit in het oordeel van de consument.
De hogere waardering geldt voor alle subsectoren binnen de land- en tuinbouw. Dit blijkt uit de tweejaarlijkse Agrifoodmonitor. Ook supermarkten en de voedingsmiddelenindustrie halen een hoger cijfer. Alleen bij de varkenshouderij (van 4,2 naar 4,3) en de pluimveehouderij (van 4,4 naar 4,5) is de stijging te gering om van een hogere waardering te spreken. Bij akkerbouw, tuinbouw en de supermarkten is het waarderingscijfers het meest toegenomen.
De positieve uitkomst van de Agrifoodmonitor 2020 heeft voorzitter Dirk Duijzer van de Topsector Agri & Food enigszins verrast. Met de boerenprotesten in 2019 en dit jaar, de stikstofcrisis en de gevolgen van corona heeft ook de land- en tuinbouw een turbulent jaar achter de rug.
‘De positieve uitkomt vind ik daarom toch wel opvallend’, zegt Duijzer. ‘Aanvankelijk kregen de boerenacties veel steun vanuit het publiek en maakten ze een gevoel van saamhorigheid los. Later, toen de acties aanhielden, kwam er wel wat kritiek uit bepaalde hoeken.’
Aandacht geven
Dat er dan toch meer waardering is voor de boer en tuinder komt volgens Duijzer doordat een grote groep burgers begrip heeft gekregen voor de moeilijke omstandigheden waaronder deze ondernemers soms moeten produceren. Hij noemt de uitkomst een steun in de rug voor boeren en tuinders.
‘Boeren voelen de druk door alle regelgeving en kritiek vanuit de politiek. Ze krijgen het gevoel dat het helemaal fout loopt. Deze monitor zegt wat anders’, stelt Duijzer. ‘De kunst is om dat breder aandacht te geven. Want boeren denken weleens slechter over hun eigen sector dan de maatschappij dat doet.’
De monitor laat zien hoe burgers de land- en tuinbouw waarderen in verhouding tot andere (food)sectoren en industrieën. Zo ligt de waardering voor de pluimveehouderij op het niveau van energiebedrijven en textielproducenten. Onderaan de vergelijking bungelen de chemische industrie, banken en verzekeraars.
De actuele gebeurtenissen, zoals de boerenprotesten en coronacrisis, zorgen dat de waardering van de sector anders tot stand komt. Op de waardering voor de land- en tuinbouw hebben die geen directe invloed, maar wel op de waardering voor de producten die ze produceren.
In vergelijking tot voorgaande jaren, zijn ook de economische bijdrage van de agri- en foodsector en het vertrouwen in voedselveiligheid belangrijker geworden voor de waardering van die sector.
Respondenten gaven aan dat ze door de coronacrisis anders zijn gaan eten. Er kwam minder varkensvlees op tafel en meer groenten en fruit. Mensen gaven zelf aan dat ze dit doen voor hun gezondheid.
Corona heeft ook invloed gehad op hoeveel waarde burgers zijn gaan hechten aan basisbehoeften, zoals voedsel, veiligheid en stabiliteit. Ze zijn meer geïnteresseerd geraakt in waar ons voedsel vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd.
Smaak, betaalbaarheid en gezondheid zijn de belangrijkste waarden bij het voedsel dat men op een gewone dag eet. Belangrijker dan in voorgaande jaren. Ook de waarden veiligheid en ‘een goed gevoel’ zijn belangrijker dan eerst. Duurzaamheid blijft even belangrijk als altijd. En in vergelijking met 2018 vinden Nederlanders het nog belangrijker dat voedsel uit de regio komt.
Hierin ligt een kans om de waardering verder te verbeteren. Dit kan door de fysieke en sociale afstand tot een sector kleiner te maken. Hoe dichter bij een boer, hoe beter, zo bleek uit het onderzoek. Mensen die dicht bij een boer wonen, hebben meer waardering voor de agri- en foodsector. Hoe meer ze weten over de lokale boer en hoe meer streekproducten ze in de buurt kunnen kopen, hoe beter.
Teler in de buurt
‘Het besef over gezondheid is gegroeid door de coronacrisis, maar men is niet per se gezonder gaan leven. We krijgen ook minder beweging. Dan is het bijvoorbeeld een goed idee om in de buurt naar een teler te zoeken waar je een zak appels kunt kopen. Dat moeten we met verve gaan uitdragen’, vindt Duijzer.
‘Supermarkten spelen hierin ook een belangrijke rol. Gezond is ook vers. In Nederland zijn we gezegend met supermarkten die een heel goede kwaliteit leveren. En je ziet daar ook steeds meer schappen met minder bewerkte producten met boeren als afzender erop.’
Mensen associëren bijna alle foodsectoren met duurzaamheid. Akkerbouw en tuinbouw vinden ze het duurzaamst. De varkenshouderij, pluimveehouderij, supermarkten en voedingsmiddelenindustrie scoren het laagst op dat vlak. Men vindt over het algemeen ook dat supermarkten en de voedingsmiddelenindustrie de minst eerlijke verkooppraktijken heeft. En het minst eerlijk handel drijft.
Mensen zijn nu ook bereid meer te betalen voor duurzaam voedsel. Het gaat hier vooral om producten uit de zuivel en akkerbouw. 70,9 procent van de respondenten wil hier 10 procent meer voor betalen.
Voedsel wordt steeds op een andere manier gewaardeerd tijdens de productie, consumptie en aankoop en bij het weggooien. Bij consumptie kan voedsel op de hoogste waardering rekenen en bij verspilling op de laagste.
Kloof maatschappij en voedselproducent
De kloof tussen maatschappij en voedselproducenten wordt wel steeds groter, blijkt uit de monitor. Maar mensen die voedselproductie wel al waarderen, staan positiever tegenover de sectoren. Moestuinen aanleggen of boerderijen bezoeken en voedsel bij de boer halen, zouden bijvoorbeeld kunnen helpen om de waardering van de productie nog meer te verhogen.
Topsector Agri & Food is de opdrachtgever voor de Agrifoodmonitor en de initiatiefnemer van de Dutch Food Week die komende week door het land wordt georganiseerd. Thema voor dit jaar is de verbinding tussen boer en burger. Ondanks de aangescherpte coronamaatregelen gaat het evenement in aangepaste vorm door, zegt Duijzer.
‘Het is best ingewikkeld en we hebben ons afgevraagd of we ons verhaal nog wel over de bühne kunnen krijgen. Zoveel mogelijk evenementen gaan door. Een container appels om uit te delen, kun je nog steeds neerzetten’, aldus Duijzer. ‘Daarnaast gaan we heel veel doen via sociale media om het verhaal van de Dutch Food Week te delen. Een les uit de Agrifoodmonitor is dat we ons niet moeten verstoppen, maar ons juist moeten laten zien.’
Sinds 2012 tweejaarlijks onderzoek naar agrifood
De monitor wordt sinds 2012 elke twee jaar uitgevoerd met een representatieve onlinepeiling, waarin ruim drieduizend Nederlanders wordt gevraagd hoe zij de landbouw- en voedselsector waarderen. De Agrifoodmonitor verklaart maatschappelijke waardering en geeft inzicht in de factoren die deze waardering beïnvloeden. Het gaat om de tuinbouw, akkerbouw, pluimveehouderij, varkenshouderij, melkveehouderij, supermarkten en voedingsmiddelenindustrie. Het onderzoek is gefinancierd vanuit de Topsector Agri & Food. Het is ontwikkeld in samenwerking met het ministerie van LNV en uitgevoerd door Wageningen University & Research. Bij iedere editie wordt een actueel vraagstuk betrokken. In de editie van dit jaar waren dat de boerenprotesten, de coronacrisis en de verbinding tussen boeren en burgers. Ook de houding van burgers ten opzichte van onderwerpen als verspilling en verduurzaming kreeg dit jaar extra aandacht.
Artikel: Nieuwe Oogst