Skip to content

Artikel Kontakt | Eerste conclusies na pilot met drukdrainage: ‘De aanpak heeft geholpen’

ALBLASSERWAARD/VIJFHEERENLANDEN • De veenbodem klinkt minder in dankzij een hogere grondwaterstand en gestuurde waterinfiltratie. Dat is de onderbouwde conclusie van de driejarige pilot drukdrainage met verhoogd slootwaterpeil in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.

Drie jaar geleden poseerden de drie deelnemende boeren voor een krantenfoto, gezeten aan de slootkant, met hun laarzen in het water: Peter Heikoop uit Nieuwland, Mattias Verhoef uit Brandwijk en Kees Baan uit Molenaarsgraaf. Ze toonden lef, want de gevolgen voor de bedrijfsvoering waren nog onzeker. Toch deden ze mee, omdat ze een bijdrage wilden leveren aan het tegengaan van inklinking van het veen, vermindering van de CO2-uitstoot en verbetering van de biodiversiteit.

Symposium
Inmiddels runt boer Jan den Besten het bedrijf van Heikoop. Samen met Verhoef zit hij in zijn Nieuwlandse boomgaard aan de koffie. Ook Rolia Wiggelinkhuijsen van BlauwZaam en Ton van der Putten van Waterschap Rivierenland zijn aangeschoven. Tijdens een symposium op 15 mei in Ameide brachten ze verslag uit van hun bevindingen.

Biodiversiteit
Wat vertelden ze tijdens het symposium over de pilot? Wiggelinkhuijsen: “Dat de aanpak heeft geholpen als het gaat over bodembeweging. Maar om conclusies te trekken over biodiversiteit is drie jaar te kort.” Den Besten: “We hebben gemerkt dat het beheer voor biodiversiteit belangrijker is dan het drainagesysteem.” Verhoef: “Door een deel van de waterplanten te laten staan, wortels niet te beschadigen en slootmateriaal af te voeren houden we rekening met het leven in de sloot”

“Je stuurt het peil met pompen en vlotters, maar er gaat wel eens iets kapot”

Uitdagingen
De pilot zorgde voor uitdagingen. Den Besten vertelt: “Het landbouwkundig gebruik wordt er niet makkelijker van. Drukdrainage in combinatie met een hoger slootwaterpeil vraagt om een andere manier van werken. Je moet bijvoorbeeld meer controleren. Je stuurt het peil met pompen en vlotters, maar er gaat wel eens iets kapot. En een perceel is niet helemaal vlak, dus op een lage plek wordt het nat en op een hoge plek niet nat genoeg. Ook is de grond eerder verzadigd als het ineens hard gaat regenen. Je hebt namelijk minder buffer op je land, omdat er al water in de grond zit.”

Gras in stress
Verhoef vertelt over een andere conclusie. “We hoopten dat in droge perioden het gras beter zou blijven groeien, omdat het water dichter bij de wortel is. Dat viel tegen.” Den Besten: “Bij een hogere temperatuur gaat het gras in de stress. In de zomer van 2022 was het zo heet dat het gras slap werd, ondanks dat het met de wortels in het water stond.”

Doelen CO2-reductie
Ook Van der Putten hoopte op landbouwkundige voordelen. “We hadden de verwachting dat gebrek aan regen minder impact zou hebben. En dat het sturen op grondwaterpeil ervoor zou zorgen dat de boeren eerder het land op zouden kunnen met hun machines. Ook verwachtten we dat ze in het najaar langer door zouden kunnen gaan. Die verwachtingen zijn niet helemaal uitgekomen.” Verhoef: “Drukdrainage is iets waar ik naar kijk voor het halen van doelen voor CO2-reductie, maar voor mijn bedrijfsvoering voegt het niks toe.”

“Als je beloond zou worden voor je CO2-reductie of je bodemdalingreductie, dan zou het een andere afweging zijn voor boeren”

Zegveld
De aanpak is niet voor het eerst toegepast. Van der Putten: “Het concept bestond al, in Zegveld is er al mee geëxperimenteerd. Voor ons als waterschap was het wel relatief nieuw. Daarnaast is de combinatie met het opzetten van de peilen vrij nieuw. Omdat het op kleine schaal was, mocht het van ons.”

Waterkwaliteit
Het waterschap wilde zo veel mogelijk informatie vergaren. “Vragen waren: wat is het effect als je pompen aanzet, wat betekent het voor de waterkwaliteit als je water uit het systeem gaat pompen? We hebben gemerkt dat je een versnelde afvoer van nutriënten (voedingsstoffen, red.) krijgt als je leegpompt zodra het water in een perceel hoog staat. Dat staat haaks op de doelen in de kaderrichtlijn water. Een vervolgvraag kan zijn: hoe kunnen we dit beperken?” Ook droogte zorgt voor uitdagingen. “We streven naar een waterpeil van tussen de min 20 en min 40 centimeter onder maaiveld. Maar na een periode van lange droogte is er misschien geen water om in te laten.”

Natte plekken
Den Besten zou toepassing op al zijn percelen niet zien zitten. “We hebben holle percelen met diepe greppels, je krijgt veel natte plekken.” Wiggelinkhuijsen: “Als je beloond zou worden voor je CO2-reductie of je bodemdalingreductie, dan zou het een andere afweging zijn voor boeren. We hebben bij de provincie en het waterschap een aanvraag gedaan voor een vervolg op de pilot. Voor vijf jaar.”

Opschaling
In de veenweidegebieden wordt gewerkt aan opschaling van drainage. Van der Putten: “Deze pilot kun je beschouwen als proeftuin.” Den Besten: “We lopen een aantal jaren voor op de rest.” Verhoef: “Het is raadzaam om een iets groter gebied te nemen. Dan kun je meer zeggen.” Tegen het einde van het gesprek vat Verhoef zijn ervaringen samen in drie korte zinnen: “Eerst dacht ik: dit is het. Daarna dacht ik: het is helemaal niks. En nu denk ik: het biedt mogelijkheden.”

Wat is drukdrainage?
Bij drukdrainage worden ondergrondse geperforeerde buizen aangesloten op een pompput. Het water in de put kan met een pomp hoger worden gezet dan de sloot. Zo is de grondwaterstand te sturen en bodemdaling af te remmen. Het plan bij de pilot in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden was: grondwater oppompen tot 20 cm onder maaiveld. Percelen bleven echter te drassig. Bij 2 boeren is daarom een extra pomp geplaatst die in zeer natte perioden water afvoert.

Bron: het Kontakt/ Beeld: Anne Marie Hoekstra

Back To Top
Lid worden