29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Artikel Boerderij: Dit kunnen opvolgers leren van agro-familiebedrijven
Jonge ondernemers hebben veel om uit te zoeken. Zeven agro-familiebedrijven ontwierpen een masterclass waarbij ze theorie combineren met persoonlijke ervaringen.
Opvolging is een van de meest delicate momenten bij familiebedrijven. Het bedrijfshoofd moet de bedrijfsvoering overlaten aan de volgende generatie en dat valt niet altijd mee. Bemoeienis ligt op de loer, veelal uit angst dat de opvolger het opgebouwde bedrijf verprutst. Van de kant van de opvolger kan irritatie groeien omdat ‘pa’ het niet los kan laten. En dan zijn er nog broers en zussen die niet of maar half betrokken worden bij het opvolgingsproces en zich achtergesteld kunnen voelen. Als dan ook de koude kant zich ermee gaat bemoeien omdat het om veel geld gaat, zijn de rapen helemaal gaar. Kortom, bedrijfsopvolging kan een mijnenveld zijn en wie verkeerd stapt, kan het hele bedrijf opblazen.
Vertalen naar de praktijk
De behoefte van jonge ondernemers aan informatie om zo’n explosie te voorkomen, is en blijft groot. Het was begin dit jaar de reden dat zeven directeuren en eigenaren van familiebedrijven uit de agribusiness de koppen bij elkaar staken om het onderwerp verder uit te diepen. Dat resulteerde in een masterclass van acht sessies. Die gaan niet alleen over opvolging maar ook over ondernemerschap, leidinggeven, risicomanagement en vooral over het uitvinden of je gelukkig zult worden in de rol van ondernemer. Daarnaast wordt er per sessie een expert uitgenodigd die de theorie van dat onderwerp belicht. In een discussieronde wordt die naar de eigen praktijksituatie vertaald.
Kennis delen met cursisten
Uniek aan deze masterclass is dat de initiatiefnemers ook zelf hun opgedane kennis zullen delen met de cursisten. Een van die initiatiefnemers is Mark Schippers. Hij nam samen met zijn twee broers het ouderlijk bedrijf MS Schippers in Bladel over en hij is overtuigd van het nut van netwerken. “Je kunt heel veel leren van elkaar. Ik zeg het altijd zo: beter een collega gebeld dan een consultant die telt.”
Naast MS Schippers zijn ook de familiebedrijven Vencomatic Group, Van Asten Group, Fransen Gerrits, Schuttert, Denkavit en de Nooyen Group betrokken bij de masterclass. De eerste sessie handelt over opvolging, de laatste gaat over de vraag ‘schuilt er een ondernemer in mij?’ De masterclass zou begin november starten maar is als gevolg van de coronaperikelen verschoven naar februari volgend jaar. Inschrijven is niet meer mogelijk, alle plaatsen zijn al bezet. Maar adviseur en cursusbegeleider Leo Driessen, geeft al aan dat er zeer waarschijnlijk een vervolg op komt.
Mark Schippers:
“Of ik als kind al wist dat ik in het bedrijf wilde? Ja. Blijkbaar is er in elk familiebedrijf een soort automatisme dat je er als kind in verder wilt ook al werd het niet van me verwacht. Ik was 17 toen ik in het bedrijf kwam. Nu zou ik dat mijn kinderen niet adviseren. Je moet niet alleen streetwise zijn, maar ook acadamic wise. Kennis is belangrijk. Zelf was ik vooral streetwise. Ik had daardoor altijd een oplossing paraat maar ik heb geleerd dat het beter is als mensen zelf de ruimte krijgen om na te kunnen denken. Hun oplossing kan best beter zijn dan de mijne.
Mijn broers en ik zijn alle drie eigenaar van het bedrijf. Een overnameplan was er niet, we zijn erin gestapt, aan het werk gegaan en gaandeweg meegegroeid. We hadden vroeger een dierenspeciaalzaak met een afdeling voor grote, en een afdeling voor kleine huisdieren. Mijn vader en Harry en Guus bestierden de grote tak, mijn moeder en ik de kleine. Mijn broers gingen op pad als vertegenwoordiger. Ze verdienden daarmee veel meer dan ik met mijn 311 gulden in de maand in de winkel. Dus ik vroeg aan m’n vader of ik ook de baan op mocht. Hij zei: dat is goed, maar je moet zelf een vervanger voor in de dierenwinkel regelen. Mijn toenmalige vriendinnetje, nu mijn vrouw, wilde het wel doen en zo kon ik met een busje op pad. Mijn werkgebied werd de Achterhoek. Daar hadden ze in die tijd nog nooit een vertegenwoordiger gezien van MS Schippers. Elke dag moest ik naar huis bellen om mijn resultaten door te geven en als ik niks verkocht had, telde ik niet mee. Dat was een harde leerschool, maar na een paar jaar kreeg ik er meer grip op en ging het beter. Op mijn 24e werd ik verkoopleider maar op mijn 28e belandde ik door alle stress op de intensive care. Daar bedacht ik dat het roer om moest. Iemand zei: Mark, je hoeft het niet allemaal alleen te doen, verzamel mensen om je heen die je kunnen helpen. Dat hebben we gedaan. Daarbij ging ik sporten en gezonder leven en toen ging het bedrijf groeien. Nu hebben we 450 mensen in dienst.
Nog steeds praat ik veel met broers maar ook met andere ondernemers over uitdagingen, strategieën, van alles. Ik vind dat prettig maar ik moest wel eerst op de IC terechtkomen om dat in te zien. Ik moest leren om me kwetsbaar op te stellen en de hulpkaart te spelen. Want pas als je om hulp vraagt, word je geholpen. Dat is de belangrijkste tip die bedrijfsopvolgers wil meegeven.”
Lotte van de Ven:
“Eigenlijk wilde ik dierenarts worden maar het werd een studie zoötechniek in Wageningen. Later kreeg ik een baan bij Pas Reform in de Achterhoek, een bedrijf dat broedmachines produceert. Of ik het bedrijf thuis over wilde nemen, daar was ik niet zo mee bezig. Ook mijn broers en zussen deden allemaal iets anders. Dat is vooral aan ons moeder te danken. Toen zij met mijn vader het bedrijf begon, had ze in het kraambed de typemachine op schoot om offertes te tikken. Ze waren de hele dag met Vencomatic bezig daarom zei ze ’s avonds: nu is het klaar, geen kippen meer onder het eten. Dan mocht het niet meer over het bedrijf gaan. Ze streed ervoor om werk en privé te scheiden, daardoor werd er ook niet gepraat of wij wel of niet in het bedrijf zouden komen. We kozen allemaal ons eigen pad. Dat zou ik mijn eigen kinderen nu ook aanbevelen: ga eerst zelf ervaring opdoen, als je eenmaal in het bedrijf zit, komt het er vaak niet meer van.
Mijn promotieonderzoek in Wageningen deed ik in opdracht van Vencomatic. Ik werkte toen al voor het bedrijf, kreeg er meer van mee, raakte erg betrokken en wilde me er ook meer mee gaan bemoeien. Toen mijn vader 60 werd, was het tijd om het gesprek erover te starten. Het bleek dat mijn broers en zussen ook in het bedrijf wilden. Dat was een verrassing maar ik was er blij mee want zo’n bedrijf is een hele verantwoordelijkheid. Van de vijf kinderen zitten er twee in de directie. Ik ben de leidinggevende van mijn broers. Dat gaat heel goed, misschien omdat ik de oudste ben. Ik krijg van hen ook de ruimte om leiding te geven.
Mijn vader zit ook nog voor een klein deel in het bedrijf. Hij vindt het soms nog wel moeilijk om los te laten en hij heeft een duidelijke mening. Het knettert onderling weleens maar ik ben erg blij dat hij er is. Hij heeft veel ervaring en ik vraag hem graag om advies. In veel familiebedrijven zie ik dat er niet echt wordt gepraat maar mijn moeder leerde ons al vroeg: gooi alles op tafel. Dat is niet makkelijk en het gaat bij ons ook heus niet altijd goed, we zijn niet altijd even subtiel naar elkaar. Maar als je voor jezelf toegeeft dat je iets niet weet en dat je hulp nodig hebt, dan is praten niet zo moeilijk meer.
Als ik aanstaande opvolgers een tip moet geven zou die zijn: praat met elkaar. Leg je verwachtingen gewoon op tafel. Is het delicaat? Haal er dan een gespreksleider bij want passie en emoties kunnen je in de weg zitten. Wij hebben ook zo’n gespreksleider gehad tijdens het overnameproces en dat was heel nuttig.”
Bron: Boerderij