29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Artikel Agraaf | Adema dacht dat hij nog met Brussel in gesprek was
Terugkijkend komt minister Adema tot de conclusie dat hij de Kamer, en de rest van Nederland, had moeten inlichten over de zorgen van de Eurocommissaris. Dit schrijft hij vandaag in een Kamerbrief over de derogatie-affaire.
Een duidelijke verklaring van de minister is zeker nodig nadat het nieuws was uitgelekt dat de Europese Commissie al in december had laten weten dat uitstel van de derogatiemaatregelen niet mogelijk was. De Tweede Kamer, en veel boeren, waren al niet te spreken over het feit dat het beloofde uitstel nu plotseling werd ingetrokken, en dat ongenoegen werd nog versterkt nadat bleek dat het ministerie al wekenlang wist dat de Europese Commissie dat uitstel niet zou goedkeuren. GroenLinks-Kamerlid Laura Bromet heeft al laten weten na te denken over een motie van wantrouwen, andere partijen willen dat het landbouwdebat van woensdag van een commissiekamer naar de plenaire zaal wordt verhuisd, omdat daar meteen moties kunnen worden ingediend. De minister heeft dus zeker iets uit te leggen.
Die uitleg probeert hij te geven in de brief van vandaag. Samen met die brief publiceert hij de brief van Eurocommissaris Sinkevicius en zijn antwoord daarop. De korte samenvatting van al die stukken is dat de minister dacht dat hij nog met de Europese Commissie in gesprek was over de implementatie van de derogatie-maatregelen. Brussel keek daar klaarblijkelijk anders naar.
Communicatie …
Minister Adema vertelt van een uitvoerige communicatie met de Commissie. Op 29 november heeft hij hen al de hoofdlijnen laten weten van zijn Kamerbrief van 2 december, waarin hij aangaf hoe hij de derogatie-afbouw wil gaan uitvoeren. Op 9 december lieten ambtenaren van de Commissie weten verrast te zijn door die voornemens (lees: ze zeiden dat dat niet de afspraak was), waarna werd afgesproken daarover overleg te voeren. Dat overleg vond een week later plaats, op 14 december. De Commissie vertelde dat ze zorgen hadden over de Nederlandse plannen, en zou zich daarover beraden. Er werd afgesproken om half januari verder te praten.
Adema geeft aan dat hij op grond daarvan dacht nog in gesprek te zijn met de Commissie, en dat hij nog een onderbouwing van zijn besluit kon geven. Commissaris Sinkevicius dacht daar blijkbaar anders over, en stuurde op 19 december zijn ondertussen beruchte brief. Adema zag die pas een dag later, ná een Kamerdebat over de derogatiemaatregelen. In dat debat hadden Kamerleden al vragen gesteld of hij de invoering van de maatregelen zomaar een jaar vooruit kon schuiven, en hij had geantwoord: „We zijn daarover in gesprek. De Commissie heeft vragen gesteld of wij wel op een goede manier voldoen aan alle voorwaarden. Dat gesprek loopt […] en er is wat ons betreft op dit moment geen reden tot grote zorg.“
… en interpretatie
Adema lijkt de brief van de Commissie verkeerd geïnterpreteerd te hebben, en als onderdeel van het gesprek te hebben opgevat. Op 23 december heeft hij dan ook een brief teruggestuurd waarin hij aangeeft het gesprek in januari te willen voortzetten. Hij heeft niet begrepen dat Sinkevicius niet geïnteresseerd was in een voortzetting van het gesprek, maar in het nakomen door Nederland van de afgesproken maatregelen om de derogatie af te bouwen.
Het is nog afwachten of de Tweede Kamer zijn uitleg zal accepteren. Vooral omdat verschillende Kamerleden al in december hadden gevraagd of de Commissie wel akkoord zou gaan met het uitstel. Het zal blijken tijdens het debat van morgen.
Lees hier de brief van Eurocommissaris Virgilius Sinkevicius.
En lees hier het antwoord van minister Adema.
Bron: Agraaf