Er worden te veel kastanjes, bosvruchten en paddenstoelen geraapt en geplukt in bossen. Dat leidt tot voedseltekort onder dieren, zien Brabantse boswachters. In de Biesbosch lijkt hier echter geen sprake van te zijn. ,,Er is genoeg voedsel, want veel gebieden zijn ontoegankelijk voor de mens”, aldus boswachter Thomas van der Es.
Ongeveer negentig procent van de kastanjes in de Brabantse bossen wordt meegenomen, meldt boswachter Erik de Jonge aan Omroep Brabant. ,,Die worden dus niet door de dieren opgegeten en daarmee haal je echt een flinke laag voedsel uit het bos voor eekhoorns, gaaien en muizen. En muizen zijn weer het hoofdvoedsel van uilen, dus het weghalen, heeft forse gevolgen voor dieren.
In de regio Drechtsteden wordt echter een ander beeld geschetst, dat komt voornamelijk doordat de Biesbosch niet overal bereikbaar is, vertelt boswachter Thomas van der Es.
,,Daardoor blijft er genoeg voedsel over voor de dieren in het gebied. Daarnaast is de grond hier anders; in gebieden met zandgronden is het aantal bereikbare paddenstoelen en verzamelvruchten groter. Voor vruchtetende diersoorten is de Biesbosch sowieso geen goed alternatief. Beuken zijn zeer zeldzaam en eiken schaars.”
Te gast
Ook zijn er slechts twee kastanjebomen te vinden in de Biesbosch. Wel ziet de boswachter meer bramen- en vlierbessenplukkers in de zomerperiode. Ook de walnoten in natuurgebied de Louisa- en Cannemanspolder worden geraapt, daar staan niet voor niets voorlichtingsborden in meerdere talen.
,,Een klein bakje of emmertje is acceptabel. Als het maar geen kruiwagens vol zijn, de proporties moeten fatsoenlijk blijven. Vergeet niet dat wij in de natuur te gast zijn; natuur en mens mogen elkaar niet in de weg staan”, aldus Van der Es.
Bron: AD Rivierenland