Skip to content

Artikel AD: Op bezoek bij de eendenkooi in Ameide: ‘In de natuur kom je altijd iets onverwachts tegen’

STRUINEN DOOR DE STREEK | Wekelijks struinen Levien Vermeer en Matthijs Daniëls door de geschiedenis van deze streek. Vandaag spreken ze een boswachter, twee kooikers en een vrijwilliger, die eendenkooi de Zouwe bij Ameide als cultureel historisch erfgoed in stand helpen houden.

Vogelbescherming en Sovon hebben 2020 uitgeroepen tot ‘Jaar van de Wilde Eend’. Je zou het niet zeggen, maar sinds 1990 is ongeveer dertig procent van de Nederlandse broedpopulatie verdwenen, zonder duidelijke oorzaak. Terwijl de wilde eend ook allang niet meer bejaagd wordt. Want eendenkooiker is een welhaast uitgestorven beroep waar uitdrukkingen als ‘de pijp uitgaan’ en ‘achter de schermen’ vandaan komen. De eerste en destijds zo genoemde ‘vogelkoyen’, werden in de 14de en 15de eeuw door grootgrondbezitters gebouwd. De eendenkooien lagen vaak ‘mannetje aan mannetje’, en vormden een inkomstenbron voor de kooiker, die de vogels met behulp van lokeenden ving voor de verkoop.

,,Vandaag de dag gebeurt dat inderdaad niet meer”, zegt Lieke Kragt (27), boswachter communicatie bij Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL). ,,Vanaf m’n achtste ging ik op natuurkamp. In de natuur kom je altijd iets onverwachts tegen, dat trekt me.”

Sinds 1936 heeft ZHL kooien in eigendomsbeheer, de twaalf hectare grote eendenkooi de Zouwe in Ameide sinds 1963. Dat is inclusief de plas van drieënhalf hectare die overbleef na een dijkdoorbraak, en het bos en de griend er omheen. Kragt legt uit: ,,ZHL onderhoudt de eendenkooien met respect voor de authenticiteit en het cultuurhistorisch belang. De eenden worden tegenwoordig gevangen voor onderzoek, om ze te ringen, en voor het in bedrijf houden van de kooi, daarna worden ze weer losgelaten.”

Type Hans en Grietje

Het ‘kooirecht’ bestaat nog steeds. Op het kooikershuisje uit 1868 van het type ‘Hans en Grietje’ is een bordje bevestigd waarop staat: ‘met recht van afpaling op 753 meter gerekend vanuit het midden van de kooi’. Binnen die straal geldt de bestemming stiltegebied, wat de biodiversiteit ten goede komt.

In het kooikershuisje staat een oud potkacheltje, al stookte de kooiker vroeger gewoon op de vloer, weet vrijwilliger Wim van Aartrijk (76). ,,Vandaar die zwartgeblakerde achterwand, en die grote schouw erboven. Verder moest de kooiker het zonder water en stroom doen.” Aan de muur hangen een paar jachttaferelen, en een poster met de in Nederland voorkomende orchideeën. Kragt: ,,Het kooibos en de griend bieden rust en beschutting. Helaas zijn veel essen aangetast door de essentaksterfte.” Essenhout is taai en sterk en werd in de kooi gebruikt om het riet tussen op te sluiten. Daarnaast verkocht de kooiker de essentakken aan de smid voor gereedschapsstelen.

Ideaal broed- en foerageergebied

Kragt vervolgt: ,,De kooi is een ideaal broed- en foerageergebied voor allerlei vogel- en insectensoorten. Behalve de ijsvogel nestelen hier ook zo’n zeventig aalscholverpaartjes, en verder komen er in de winter smienten, slobeenden en talingen op bezoek.” Er wonen ook een stuk of vier, vijf reeën.

Van Aartrijk laat kleinzoon Efraïm (8) de beschadigde boomstammen zien waar ze hun gewei schoon schuurden, en waar ze takken van jonge wilgjes kaalgevreten hebben. Efraïm vraagt honderduit en is de koning te rijk als hij een ijsvogel heeft gespot. ,,Ik zag eerst een felblauwe schicht met een oranje kop langs schieten. En toen ging hij op een tak zitten, vlakbij!” Hij ontdekt ook een lijstersmidse; de resten van slakkenhuisjes bovenop een oude boomstronk. Voor een nest hoornaars in een boom loopt hij liever een stukje om, en ziet dan balsemienen bloeien, en heel veel brandnetels.

Jarco de Jong (37), vrijwillig kooiker van deze eendenkooi, schept een emmer vol tarwe, rammelt ermee, en begint te fluiten. Een koppeltje eenden dat in de sloot zwemt naast het paadje waar we lopen, wil wel achter hem aan, maar onze groep maakt hen onrustig. De Jong noemt ze de ‘makke’ of ‘stal’ eenden en zegt: ,,Ik voer ze elke avond bij, om ze vast te houden.” Overdag is hij muskusrattenvanger. Hij heeft het beheer over de kooi overgenomen van Gerrit Streefkerk, die om gezondheidsredenen moest stoppen. Daarvóór waren Gert Stravers en Henk Manschot (80) hier de baas. De laatste tikt met zijn klomp tegen de vangkooi en zegt: ,,Die heb ik allemaal gemaakt.”

Er zijn vijf vangkooien, voor evenzoveel windrichtingen. Tegenwoordig zijn er vrijwilligers om te helpen maaien, snoeien en repareren. Zo’n zes jaar geleden bouwden ze hier een gereedschapsschuur bij het kooikershuisje. Wat heb je nodig om dit werk te willen doen? De Jong is duidelijk: ,,Je moet van natuur en rust houden.”

Meer informatie is te vinden op de websites over eendenkooienkooikersvereniging en Zuid-Hollands Landschap.

Bron: AD Rivierenland/Beeld: Cor de Kock

Back To Top
Lid worden