Skip to content

Artikel AD: Door te kappen met rigoureus maaien komt er leven in de brouwerij

VAN NATURE | In deze tijd worden er veel terreinen gemaaid. Meestal komt dat neer op heen en weer rijden in een grote machine en klaar is Kees. Je kunt dat maaien echter op een dusdanige manier doen, dat de aanwezige flora en fauna wordt ontzien.

Als boswachter ben ik veel buiten en kom allerlei mensen tegen. Zo ontmoette ik onlangs een fietser op de Nieuwe Merwedeweg in Dordrecht. Hij was van boeren komaf, want hij begon gelijk over ‘stekels’ (distels). ,,Wanneer maaien jullie die nou eens een keer’’, vroeg hij, terwijl hij op een paar pluizende akkerdistels in de berm wees. In zulke situaties probeer ik ook de goede kant van distels te benadrukken, maar mijn pogingen vielen niet in goede aarde. Helemaal niet vreemd, want dit werk doe ik al ruim veertig jaar en stekels passeren daarbij nu eenmaal regelmatig de revue.

Het gesprek probeerde ik een andere wending te geven, door te wijzen op de vele wilde bloemen in de bermen. ,,Ja zeker, er staan massa’s van die geles, dat is echt tuig’’, antwoordde mijn gesprekspartner. Hij doelde op jacobskruiskruid, een soort die inderdaad veel in de berm voorkomt. Er zijn natuurlijk nog veel meer wilde planten die geel bloeien, denk maar eens aan de teunisbloem, heelblaadje, sint janskruid, de machtige toortsen en de diverse soorten honingklaver. Bij maaiwerkzaamheden blijft er van al dat moois maar bitter weinig over.

,,In de Nieuwe Dordtse Biesbosch voert Staatsbosbeheer in enkele terreinen het beheer uit’’, zegt William Schelling, boswachter beheer bij Staatsbosbeheer. ,,In gebieden waar sprake is van hooilandbeheer, krijgen we uiteraard ook te maken met maaiwerkzaamheden. Bij het maaien passen we sinusbeheer toe. Niet al het gewas gaat er dus in een keer vanaf. Op zo’n manier voorkom je dat heel veel insecten in een klap hun nectarbronnen verliezen. Zo laten wij bij het maaien zo’n twintig procent van het gewas staan. Onlangs is het perceel bij de Kop van ‘t Land gemaaid en daar hebben we ongeveer 50 procent laten staan.’’

Op de niet gemaaide grasstroken bloeien nog veel planten zoals wilde cichorei, vogelwikke, koninginnekruid, rode klaver en ga zo maar door. Op een vroege, zonnige ochtend loop ik langs de stroken en tel met gemak tientallen, rustende icarusblauwtjes. De prachtige dagvlinders hangen onbeweeglijk in de vegetatie. Ideale omstandigheden om ze te fotograferen.

Het icarusblauwtje komt voor in matig voedselrijke graslanden. De soort heeft twee tot drie generaties waarvan de eerste vliegt van eind april tot begin juli en de tweede en derde van begin juli tot begin september. De wijfjes zetten de eitjes afzonderlijk af op gewone rolklaver, maar ook op andere vlinderbloemigen, zoals hopklaver en kruipend stalkruid. Als het warmer wordt komt er meer leven in de brouwerij, met bruine- en oranje zandoogjes, koolwitjes, hooibeestjes en atalanta’s. In het kleine terrein bij de Kop van ‘t Land vliegen zelfs koninginnenpages!

Deze maand werden er op diverse locaties in de Nieuwe Dordtse Biesbosch tientallen exemplaren waargenomen. De koninginnenpage komt voor in kruidenrijke, ruige graslanden en ruigten. Deze bijzonder fraaie dagvlinder heeft twee generaties waarvan de eerste vliegt van begin april tot eind juni en de tweede van begin juli tot eind september. De verspreiding van deze prachtige dagvlinder daalde licht tot ongeveer 1990, maar sindsdien neemt de soort opnieuw toe. De comeback van de koninginnenpage kan wellicht in verband worden gebracht met de klimaatopwarming.

Mobiel

Door zijn grote mobiliteit kan de koninginnenpage bijna overal waargenomen worden, zonder dat daar ook werkelijk populaties aanwezig zijn. De wijfjes zetten de eitjes afzonderlijk af op de bovenkant van jonge blaadjes van gecultiveerde en wilde peen, venkel, gewone engelwortel, pastinaak, melkeppe en kleine bevernel. In het eerste stadium lijken de rupsjes nog op uitwerpselen van een vogel, maar nadien krijgen ze hun typische groen-zwartoranje patroon. Aanvankelijk eten de rupsen vooral de blaadjes, maar naarmate ze groter worden eten ze ook van de bloemen. De verpopping gebeurt aan de voet van de waardplant en de poppen nemen de kleur van de omgeving aan: bruin in een verdorde vegetatie en groen in een overstaande groene vegetatie.

Sinusbeheer is maaiwerk op maat

Maaien is voor de vegetatie misschien nog niet zo’n probleem, maar voor de fauna kun je veel betere condities creëren. Bijvoorbeeld met sinusbeheer. Dit beheer is ontwikkeld om voor dagvlinders meer variatie in een perceel te krijgen en condities waar dagvlinders zich het hele jaar thuis voelen. Door het grasland op zo’n manier te beheren, creëer je enorm veel variatie op een klein stukje, wat voor veel vlinders, bijen, vogels zoogdieren en amfibieën heel goed is. Per maaibeurt blijft circa 40 procent van de vegetatie staan en er wordt gewerkt met slingerende, gemaaide paden: de zogenaamde sinuspaden. Deze variëren in ruimte en tijd. Als resultaat ontstaat heel veel variatie, wat uitermate gunstig is voor de biodiversiteit. Bovendien wordt flora- en faunagericht beheer verweven in één methode.

Artikel AD

Back To Top
Lid worden