29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Arie en Aartje snoepen al twintig jaar van ijsjes van de eigen meisjes
AAN TAFEL | Eigenlijk eten ze veel te veel ijs, geven Arie en Aartje van der Ham toe. Niet zo gek, want ze maken het op hun boerderij al twintig jaar helemaal zelf.
Ze hielden altijd al van de zoete, koude lekkernij. Daarom bedachten Arie en Aartje van der Ham (beiden 66) in 1999: waarom gaan we het eigenlijk niet zelf maken? De ondernemers uit Meerkerk hadden immers al een van de belangrijkste ingrediënten van ijs op het eigen erf: de melk van hun koeien. En zo geschiedde. De garage verbouwden ze tot een productieruimte met een ijsmachine en ze kochten een simpele ijskar.
Twintig jaar later bestaat IJsboerderij Middelbroeck nog steeds, maar is hij wel een stukje groter dan alleen de ijskar. Ze verkopen op verschillende locaties hun ijs, zoals bij hun eigen boerderij of in hun ijswinkel in Ottoland. Een ding bleef echter hetzelfde: hun meisjes. Of, zoals Arie hen noemt, de ‘exclusieve koppen koeien’. Want de koeien, daar gaat zijn hart van bloeien. Lopend tussen de gevlekte zwart-witte en lichtbruine koeien verschijnt er al snel een lach op zijn gezicht.
Hij wijst naar de loeiende beesten die vol overtuiging grazen. ,,Zij zijn het geheim voor goed ijs’’, vertelt hij. ,,Een groot gedeelte van de melk die zij produceren gaat naar een fabriek, waar er poeder van wordt gemaakt. Maar toen dachten we: het is toch eigenlijk zonde als we er voor een gedeelte zélf niet iets mee doen.’’ Volgens Arie zijn het speciale koeien, die romiger melk geven dan andere koeien. ,,Door hun melk worden onze ijsjes romiger. Dus het is een stukje van ons recept en een stukje van hun melkproductie dat ons ijs zo lekker maakt. Vinden wij dan, hè.’’
Sinds ze zelf ijs maken, eten ze het ‘veel te veel’, zegt Aartje. ,,Als het lekker weer is, nemen we er iedere dag wel eentje, hoor. In de winter wat minder: dan iedere week. Maar we lopen zoveel op de boerderij en in de winkel, dat ik denk: die calorieën loop ik er toch wel weer af.’’
Hoewel ze allerlei smaken uitproberen, zoals Minion-ijs naar de gele figuurtjes uit een animatiefilm, blijven de reguliere smaken het beste lopen. ,,Kwark met amarene, die is werkelijk altijd de best verkochte’’, vertelt Aartje. ,,Die vind ik stiekem ook het lekkerst. Lekker simpel, maar dat maakt het juist een feestje om te eten. Dan word je het ook niet zat.’’
IJs van ‘concurrenten’ proeven ze haast nooit. Niet omdat ze dat niet zouden willen, maar simpelweg vanwege hun werktijden. ,,Juist als het heel mooi weer is, met een lekker warm zonnetje erbij, draait een ijsboerderij op volle toeren’’, zegt Aartje. ,,Op die momenten heb je extra zin in een ijsje, maar dan werken wij zelf dus ook.’’
Arie kan inmiddels geen ijsje meer eten zonder aan zijn koe te denken, zegt hij. ,,Ik denk ook altijd vanuit de koe.’’ Hij neemt een likje van zijn hoorntje en kijkt in het rond. ,,Ja, lekker!’’, zegt hij na een tijdje. ,,De meisjes hebben het weer goed gedaan.’’
Speciale koeien in de wei
,,Zie je die lichtbruine koeien?” vraagt Arie. ,,Dat is de Jersey-soort. Ze zijn een stuk lichter dan de zwartbonte Holstein-koeien die we ook hebben. De melk die de totale veestapel produceert, belandt gemengd in een tank. Aan de kleur kun je al zien dat die romiger is: wat geler, door de vetten die erin zitten.” Hij gloeit van trots als hij over zijn koeien vertelt. ,,Dit is waarmee het allemaal is begonnen voor ons. Gewoon, met een paar koeien op een boerderij. Maar zij kunnen de smaak van het ijs maken of breken. En dat ze zo lekker in het weiland grazen, maakt me alleen maar blij.”
Bron: AD Rivierenland/Beeld: Milan Rinck