29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Artikel Kontakt | De familie Van Wijk leeft van vis, al 125 jaar
GROOT-AMMERS • Molenaar Willem van Wijk begon 125 jaar geleden in Groot-Ammers met het vangen en verkopen van vis. Als hij had kunnen bevroeden dat vandaag de dag 22 familieleden zijn bedrijf voortzetten, had hij daar vast een borrel op gedronken.
Anno 2023 zit Willems kleindochter Alida van Wijk midden achter de tafel van de bedrijfskeuken, als een mater familias. Ter rechterhand broer Wim, ter linkerhand zus Maria, om hen heen zwagers, schoonzussen, nichten en neven die gezellig door elkaar heen praten. Aan Wim, Alida en Maria is nooit gevraagd of ze in het bedrijf aan de slag wilden, net zo min als aan hun zus Heiltje en inmiddels overleden broer Huib. “Er werd gewoon verwacht dat je meehielp”, zegt Alida. “Mijn vaders wil was wet.”
Visbunnen
Alida heeft opa nog goed gekend. “Hij runde het bedrijf samen met zijn vrouw Heiltje van Wijk-den Ouden. Mijn ouders namen het bedrijf in 1946 over. Opa kwam bij ons in de Kerkstraat wonen. Mijn ouders Klaas en Arigje kochten een stuk Ammersekade en legde visbunnen in de Boezem. Op die plek zit ons bedrijf nog steeds.”
IJskelder
Vader Van Wijk voorzag het dorp niet alleen van zoetwatervis, maar ook van ijs. Alida: “Niemand had nog een diepvriezer. In de winter visten we ijs uit de Boezem, met hulp van boerendaggelders.” Wim: “Dan maakte mijn moeder een pan erwtensoep.” Maria: “Net als bij de hooibouw in de zomer was het een soort feestje.” Alida: “Het ijs werd naar de ijskelder bij de molen gebracht. In tenen manden met ijs werd de vis per trein naar Frankrijk en Duitsland vervoerd. In opa’s tijd ging het transport nog met paard en wagen. Later kwam er een T-ford.”
Hersenbloeding
Alida was dertien jaar toen de familie van de Kerkstraat naar de Ammersekade verhuisde en bijna dertig toen haar vader een hersenbloeding kreeg. “Wim, Maria en ik zijn toen het bedrijf gaan runnen. In 1994 overleed mijn vader, wij besloten het voort te zetten.”
Spannend
Voor Wim was het altijd een uitgemaakte zaak dat hij in het bedrijf zou gaan werken. “Het zit in mijn bloed. Ik ging vissen met Teus Ansink, hij werd later Alida’s man. Het was altijd spannend. Midden op de Merwede en de Lek gooiden we ons net uit, waar ook de binnenvaartschepen voeren. Mensen wezen naar hun voorhoofd, maar midden op het water vang je de meeste vis.”
Zwaar werk
Diep in hun hart hadden Alida en Maria misschien best een ander beroep gewild, maar daarover werd niet gesproken. Al had Alida er wel enige tijd een andere baan naast. Maria: “Alida had een kantoorbaan, ze was directiesecretaresse bij Unilever, maar in haar kofferbak lagen altijd lieslaarzen.” Alida: “Mijn vader belde me: ‘Je moet zo laat in Papendrecht bij de Merwede zijn’. Dan reed ik daarheen, trok mijn lieslaarzen aan en hielp om de netten aan de kant te trekken. Heel zwaar werk, maar onze hulp was gewoon nodig.” Wim: “Je moest het hoofd boven water houden.”
Gerookte paling
Maria: “Ik kon bij een makelaarskantoor aan de slag, maar mijn vader zei: ‘Je komt maar hier werken.’ Toen ik achttien werd moest ik gelijk mijn vrachtwagenrijbewijs halen.” Tegenwoordig runt Maria de viswinkel aan de kade. Vooral op de ambachtelijk gerookte paling is ze erg trots. “Mensen komen uit heel Nederland naar Ammers voor onze gerookte vis.”
Alleen familie
Tegenwoordig werkt vishandel Van Wijk volgens HACCP-regels, beschikt het bedrijf over drieduizend hectare viswater (ook in het buitenland) en gaat de vis naar groothandels in de hele wereld. Alida: “We hebben tien grote vrachtwagens.” Wim: “Om levende vis te kunnen vervoeren moet je twintig jaar leerschool hebben gehad.” Alida: “Je moet zuurstof toedienen, daarvoor hebben we dubbele pompen, voor het geval er een uitvalt. We werken alleen met familie want die weet hoe het moet. Wims dochter Désiree rijdt ook op een vrachtwagen.” Maria: “En zus Heiltje reed vroeger al naar Frankrijk.”
Samen eten
Niet alleen de vierde, ook de vijfde generatie is inmiddels aangetreden in het bedrijf. Ze zijn allemaal hecht met elkaar, eten dagelijks samen warm in de bedrijfskeuken. Alida is in de zeventig, maar peinst er niet over het bedrijf los te laten. “We hebben er lang en hard voor geknokt. Ik denk dat we doorgaan tot we niet meer kunnen.”
Open dag
Op 22 april is er vanwege van het jubileum een open dag, van 10.00 tot 16.00 uur. Ook de viswinkel is dan de hele dag open. Voor bezoekers zijn er hapjes en drankjes.
Bron: het Kontakt/ Beeld: Anne Marie Hoekstra