Geloof in de Schepper
Na uitleg over de omgeving – ‘We bevinden ons in een afwateringsgebied van zo’n 116 hectare, in eigendom van het Zuid-Hollands Landschap. Van 1370 tot 1373 is de boezem gegraven. De biotoop bestaat uit nat en droog weiland, boomgaarden, grienden en riet’ –, belijdt Van der Waal zijn geloof in de Schepper. ,,God heeft alles in zes dagen geschapen en de mens als rentmeester aangesteld.”
Ook al komt de mens daarin nogal tekort, hij houdt toch moed en is al veertig jaar lid van de Vogelbescherming. Voor die vereniging werkt hij nu tien jaar als gids. ,,We zien herstel van diverse vogelpopulaties, bijvoorbeeld de purperreigers”, vertelt Van der Waal enthousiast. ,,In 1993 waren er vijf broedparen, in 2016 209.”
Maar ook de grote zilverreiger is terug van weggeweest. ,,Begin twintigste eeuw liep de populatie sterk terug, vooral door de jacht om de verenhandel.” De tot wel vijftig centimeter lange zijdeachtige rugveren werden voor versiering op dameshoeden gebruikt. Tot 200.000 vogels werden er in één broedseizoen afgeschoten. Van der Waal legt uit: ,,Dit aantal wijst er op dat de soort in die tijd een gewone verschijning moet zijn geweest.”
Rond 1970 nam het aantal waarnemingen in Nederland weer toe. Na het broedseizoen in met name de Oostvaardersplassen, lijken de vogels zich over Nederland te verspreiden. Zo zijn er eind 2020 wel 71 grote zilverreigers geteld bij hun slaapplaats langs de Zuiderlingedijk in Leerdam.
De zomermaanden zijn niet de beste om vogels te horen, volgens Van der Waal. ,,Qua zang gebeurt er niet zoveel, want de mannetjes hebben in de lente veel meer te vertellen aan het vrouwtje.” Toch horen én zien we even later de kleine karekiet in het riet.
We zijn zojuist via een vlonderpad door het riet achter een kijkscherm terecht gekomen bij een zijarm van de Zouwe. Door de openingen in het scherm kunnen we de vogels ongestoord bekijken. Watervogels als waterhoen (‘charmanter dan een meerkoet’, zegt iemand in het gezelschap), kuifeend, fuut, zwarte sterns die hun jongen voeren, en zelfs iets dat op een grote zilverreiger lijkt.
Maar de witte vlek in het groen verderop blijkt een lepelaar te zijn. Als die even later opstijgt vliegt er een groep van zo’n vijftig soortgenoten mee, eerder verborgen voor onze ogen. Wat een ervaring! Maar ook de vlinders laten zich niet onbetuigd; atalanta, dagpauwoog en koolwitje fladderen tijdens de wandeling om ons heen.
Hoe meer je gaat kijken, hoe meer je wilt zien
Dit is ontspanning, vindt een stel uit Dordrecht. ,,We hebben de verrekijker weer eens van zolder gehaald. Hoe meer je gaat kijken, hoe meer je wilt zien.” Hij wijst naar een buizerd en een kiekendief die loom rondjes draaien op de thermiek. ,,Die zijn gewoon heerlijk onbekommerd aan het zweven. Dat is bijna jaloersmakend.”
Door vogels begeesterd
Van der Waal zat op de kweekschool (tegenwoordig Pabo) ‘de Driestar’ in Gouda, en was basisschooldocent in Leerdam tot zijn pensioen in 2012. Het was zijn leraar pedagogiek Florijn die hem interesseerde voor de natuur: ,,In de zomer van 1970 keek meneer Florijn uit het raam en zei: jongens, het is veel te mooi weer, we gaan even naar buiten. Dan stonden we aan de slootkant en benoemde hij alle planten, zowel in het water als op de walkant. Dat maakte grote indruk op mij.”
Op een keer kreeg Van der Waal een standje. ,,Ik stond bovenop een piepklein plantje, dat was ereprijs, ik zal het nooit vergeten.” Na het zien van een zwarte roodstaart ging hij van planten over op vogels. ,,Ben je eenmaal door vogels begeesterd, dan heb je een hobby voor het leven.” f
Van der Waal heeft deze interesse weer doorgegeven aan zijn eigen leerlingen. ,,Ik leer hen het belang inzien van het behoud van de natuur en biodiversiteit.” Ook na zijn pensioen is hij nog regelmatig met een groepje kinderen naar buiten gegaan. ,,Ik liet ze dan een verslagje maken en in hun schrift plakken.”
Vanaf 1970 heeft hij zijn eigen waarnemingen in speciale vogelboekjes genoteerd. ,,Gelukkig ben ik ook nog niet uitgeleerd”, zegt hij dankbaar. Als we afscheid nemen vliegt er een troepje putters over. Onze ontmoeting had niet toepasselijker kunnen eindigen.
Bron: AD Rivierenland/Beeld: Cor de Kock