29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Artikel AD: Arie nam een kijkje op de boerderij van Jan en Ingrid, het leverde een boek én een hechte vriendschap op
Het begon met een bakkie aan de keukentafel van Jan en Ingrid Eijkelenboom in Giessenburg. Want Papendrechter Arie van der Wulp wilde gewoon eens op hun boerderij komen kijken en foto’s maken. Nu is er een boek. Én een hechte vriendschap.
Boeren die klagen en zeuren, protesteren op het Haagse Malieveld en zelfs woedend met hun trekker de deur van het Provinciehuis in Groningen forceerden. Van der Wulp kon nauwelijks geloven dat dit de beroepsgroep was waarvoor hij als kind al ontzag en respect had gekregen en dat eigenlijk nooit was weggegaan. Hij herinnerde zich boeren als vriendelijke, hardwerkende mensen. Hij bracht als kind uren en uren op het erf door.
,,Om beurten moesten mijn broers, zus en ik met een emmer bij de boer melk halen. Als klein ventje vond ik dat razend interessant. Als ik uit school kwam was ik er vaak te vinden. Voor mijn gevoel hielp ik goed mee, maar in werkelijkheid zal ik waarschijnlijk flink in de weg hebben gelopen. Maar ik vond het prachtig: de stallen, de hooischuur.”
Dát beeld bleef hem altijd bij. En het blije gevoel dat hij daar als jongetje van kreeg hij ook nu nog. Niet voor niets rijdt de Papendrechter bijna dagelijks langs de boerderijen in de Alblasserwaard. ,,Ik werk bij een bedrijf in sierbestrating in Langerak. Op de heenweg neem ik altijd de N214, maar op de terugweg rijd ik altijd binnendoor. Via de Damseweg, Broekseweg, Molenweg. Ik kan die route dromen. En in de weekeinden fiets ik vaak door het gebied en neem ik mijn camera mee.”
Lange tijd fantaseerde hij erover om van zijn fiets te stappen, de camera te pakken en zomaar een boerenerf op te lopen en wat plaatjes te schieten. Maar ja, dat imago van ‘die boeren’ speelde ook mee. ,,Ik dacht: die zitten vast niet op mij te wachten. Als het me überhaupt al zou lukken het erf op te komen”, zegt Van der Wulp, die besloot daarom een oproep te plaatsen in een Facebookgroep voor boeren. Daarin vroeg hij bij wie hij een keertje mocht komen kijken. ,,Uit het hele land kwamen reacties”, zegt hij glunderend.
Een bakkie doen
Jasper, de zoon van Jan en Ingrid Eijkelenboom reageerde ook: best, kom maar kijken. Het was de melkveehouderij aan de Molenweg waar de Papendrechter dagelijks langs reed op zijn route naar huis om het gevoel van vroeger op te snuiven. Voordat hij een kijkje mocht nemen in de koeienstal, moest hij eerst ‘een bakkie doen’.
Jan Eijkelenboom: ,,Ja, natuurlijk. Aan de keukentafel. Want daaraan wordt hier thuis altijd veel verteld. En de momenten van koffie drinken zijn heel belangrijk. Om 10.00 uur, om 15.00 uur en om 20.00 uur. Hoe druk we het ook hebben, daar nemen we tijd voor.”
Het was de bedoeling dat het bij dit ene bezoekje zou blijven. Rondkijken, foto’s maken en weer op de fiets stappen. Maar Van der Wulp raakte zo enthousiast dat hij vroeg om nog een bezoek. En nog een. Het werden uiteindelijk wekelijkse bezoeken en de Papendrechter schoot honderden, misschien wel duizenden foto’s. ,,Op een dag vroeg ik Jan en Ingrid of ze het leuk zouden vinden als ik er een fotoboek van zou maken en wat verhalen erbij zou schrijven. Ze waren meteen enthousiast. Zo is het begonnen.”
De Papendrechter luisterde aandachtig naar hun verhalen, putte uit eigen ervaring en zocht op internet naar informatie. Ook zoon Jasper hielp mee om de teksten te redigeren. Nu is het boek af. Van gras tot melk heet het en het boek laat zien wat er het hele jaar op en rond de boerderij gebeurt. Maar het is ook een familiekroniek geworden, want ook vrouw Ingrid, zoon Jasper en dochter Saskia zijn volop gekiekt. Dat alles had een ‘helend effect’ op de maker zelf. ,,Ik zat een tijdje niet lekker in mijn vel, had wat moeilijke momenten met mezelf. Door hier rond te lopen en foto’s te maken, daalde er een soort rust over me. Dat heeft mij echt geholpen.”
Boek af, project klaar. Zou je denken. Maar Van der Wulp wil meer. En zeker niet ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Van zijn vrouw moet hij oprecht trots zijn op het boek. Maar eerlijk: zo zit de Papendrechter niet in elkaar. ,,Ik ben geen beroepsfotograaf of -schrijver en ik ben zeker geen uitgever. Maar het lijkt me geweldig als meer mensen in aanraking met het boerenbedrijf komen en erachter komen hoe dat nou precies werkt, dat boeren.”
Het soms slechte imago dat aan boeren kleeft, is volgens Van der Wulp dan ook onzin. ,,Want wat vaak onderbelicht blijft, is hun enorme passie voor hun vak en voor de dieren. Het bewijs daarvoor is Jan die bij een verzwakt lammetje zit, op zijn knieën, alsof het om zijn eigen kind gaat.” De boer beaamt dat: ,,Als een dier ziek is, zit een boer ook niet lekker in zijn vel. Zo werkt dat nu eenmaal.”
Nu het boek klaar is, houden de wekelijkse bezoeken niet op, verzekert Van der Wulp. ,,Ik heb heel veel liters koffie gedronken en kwam soms tollend van de opgedane informatie thuis. Maar het is fijn om hier te zijn en inmiddels is ook mijn vrouw kind aan huis. Ik kan wel zeggen dat er een vriendschap is ontstaan.” Jan Eijkelenboom knikt instemmend. ,,Een hele hechte. En dat zeg ik echt niet snel.”
Van der Wulp hoopt hulp te vinden bij het eventueel uitgeven van Van gras tot melk. Ook is er op zijn website een voorproefje van het boek te zien en kunnen mensen hun belangstelling voor een exemplaar kenbaar maken.
Bron: AD Rivierenland/Beeld: Ricardo Smit