Op donderdag 5 december 2024 organiseert de Natuur en Vogelwacht de Vijfheerenlanden weer een presentatieavond…
Zoogdieren in de Biesbosch: ‘Ik zag de kop van een zeehond’
VAN NATURE-In de ‘oude’ Biesbosch was zoogdieronderzoek geen gemakkelijke opgave. Werd daar toen iets aan gedaan? Dirk Fey, oud-boswachter van Staatsbosbeheer, woonde vanaf maart 1965 op Polder De Dood en verrichtte op dat gebied pionierswerk.
Jacques van der Neut 09-11-18, 18:52
,,Door de grote getijdenverschillen was de Biesbosch in de jaren 60 een grillig gebied. Over het voorkomen van zoogdieren was nauwelijks iets bekend. Op een gegeven ogenblik kwam die wens om waarnemingen van zoogdieren te gaan verzamelen’’, vertelt oud-boswachter Fey.
Er waren nog niet van die mooie spullen zoals ze die tegenwoordig gebruiken. Wat voor spullen gebruikte Fey toen? ,,Bij mij op zolder stond een grote wasmand propvol met van die ouderwetse, houten muizenvallen met een klem. Als je toen iets ving, was het meteen dood.’’
Op een gegeven ogenblik hoorde Fey dat er in de Biesbosch geen woelratten zouden voorkomen. ,,Uit Boskoop kreeg ik een toen een paar speciale fuikjes, waarmee boomkwekers woelratten vingen. Ik zette die dingen toen met laag tij in de Biesbosch en met hoog water verdwenen ze onder water. In die fuiken vond ik naderhand dode woelratten, die heel simpel verzopen toen het water weer opkwam. Het bewijs was dus geleverd: woelratten kwamen er wel degelijk voor.’’
Diensttelefoon
Net zoals dat tegenwoordig in de Biesbosch gaat, werd er ook regelmatig rondgevaren met medewerkers van universiteiten en andere onderzoeksinstituten. Er waren echter nog geen smartphones en internet. Fey had wel de beschikking over een diensttelefoon. ,,Ik maakte toen afspraken over tijdstippen waarbij ik onderzoekers op de Bloemplaat oppikte. Dan lag ik daar met de boot en in geen velden of wegen waren die mensen te bekennen. Intussen zakte echter het water en moest ik terug naar De Dood om een roeiboot te halen en tegen die tijd dat je dan weer terug was, waren die lui er nog niet. Afspraken maken in die dagen was, met het oog op het tij, soms een doffe ellende.’’
Fey woonde op De Dood en was omgeven door water en was dan ook afhankelijk van zijn dienstboot. ,,Op een dag had ik een man uit Texel op bezoek. Tijdens een vaartocht in het Buitenkooigat zag hij plotseling een rob. Toen ik ook keek, zag ik een kop van een gewone zeehond als een bal in het water drijven en weer verdwijnen. In de volgende jaren zag ik ze niet meer, totdat er in 2002 weer een gewone zeehond in de Biesbosch opdook. Meer naar zee toe, op het Hollands Diep en het Haringvliet, was de kans op zeehonden in die dagen groter.’’
Fey vertelt verder over de jaren 60, toen er nog een premie voor een dode zeehond werd uitgeloofd. Sommige gemeenten beschikten over een zeehondenbestrijder. Na het grotendeels wegvallen van het getij in 1970 werd de Biesbosch voor zoogdieren veel toegankelijker. Zo kwam ook de eerste muskusrat en in 1971 volgden de allereerste reeën, waarna ook de beverrat en de vos het gebied ontdekten. ,,Vroeger wemelde het van de bruine ratten. In de zomer trokken die het hele gebied door en ’s winters zochten zij de beschutting van boerderijen en keten op. Zeker als je kippen hield’’, besluit Fey.
Bruine ratten komen nog steeds veel voor in de Biesbosch. De dieren staan menigmaal op beelden van wildcamera’s. Bij het huidige onderzoek naar zoogdieren vervullen deze apparaten een belangrijke rol. Zowel door beweging als lichaamswarmte zetten deze camera’s zich automatisch in werking. Ze kunnen zowel fotograferen als filmen en slaan de gemaakte opnamen op een geheugenkaartje op. Daarmee is veel informatie verzameld over het voorkomen van zoogdier en over het gedrag. Zo is bijvoorbeeld de komst van de boommarter vastgesteld.
Onderzoekers hebben tegenwoordig ook batdetector. Die zetten de ultrasone geluiden van de dieren om in hoorbare droge, klikkende geluiden. Vleermuissoorten wijken af in formaat, in bouw en in voedselkeuze. Hun geluiden zijn ook verschillend. Voor een geoefend oor zijn al die verschillende geluiden met een batdetector uit elkaar te houden.
Nieuw boek
In 2001 bracht de Stichting Natuur- en Vogelwacht Biesbosch voor het eerst een zoogdieratlas uit, die vooral was gericht op het Eiland van Dordrecht. De nieuwe atlas bestrijkt de gehele Biesbosch. Het boek is opgebouwd uit een aantal inleidende hoofdstukken, over het ontstaan van de Biesbosch, de landschappelijke kwaliteiten van het gebied en de functie ervan voor zoogdieren. De belangrijkste hoofdstukken vormen de soortbeschrijvingen met verspreidingskaarten. Van elke beschreven soort is minimaal een foto opgenomen, met een verspreidingskaart.
Het boek is verkrijgbaar via Uitgeverij Strix in Dordrecht, ISBN 9789078869641 en kost 24,95 euro.
Bron: AD Rivierenland/Foto: Jacques van der Neut