Skip to content

Artikel Nieuwe Oogst: Trendonderzoek: boeren zetten tandje bij in energietransitie

Boeren en tuinders leveren een grote bijdrage aan de energietransitie. Maar liefst 50,2 procent van de deelnemers aan het Nieuwe Oogst Trendonderzoek 2022 heeft op het eigen bedrijf zonnepanelen, windmolens, een mestvergister of warmtekrachtkoppeling. 26,8 procent is van plan om dit in de toekomst ook te gaan doen.

De energietransitie op het platteland is een enorm succes aan het worden. De groene energie die boeren opwekken, is nu al voldoende om de hele agrarische sector energieneutraal te maken. Wat er nog aan plannen wordt gerealiseerd, komt ten goede aan andere verbruikers die over willen stappen op groene energie.

De energieambities die veel agrarisch ondernemers hebben, lopen wel tegen de grenzen van het elektriciteitsnet op. Op veel plaatsen kan de opgewekte elektriciteit simpelweg niet worden afgevoerd. Daardoor is terugleveren op het stroomnet niet in alle gebieden mogelijk. Ondernemers moeten het plaatsen van zonnepanelen of windmolens op de lange baan schuiven.

Achterhoek

Een van de probleemregio’s is de Achterhoek. Dat gebied is tekenend voor de technische achterstand die het netwerk heeft op het platteland. Van oudsher waren deze dunbevolkte gebieden beperkt energievragend. Daarom liepen er dunne leidingen naartoe. Maar deze hebben te weinig capaciteit om nu te fungeren als leveringskabels.

Het verstopte elektriciteitsnet is een groot obstakel voor boeren en tuinders die graag aanhaken bij de energietransitie. Van de 23 procent boeren en tuinders die geen kans ziet om zonnepanelen of windmolens te plaatsen, noemen velen dat als reden. Daarnaast verwachten veel oudere ondernemers dat ze de investering niet meer terug kunnen verdienen. De onzekerheid over de toekomstige invulling van de salderingsregeling speelt hierbij ook een rol.

Eigen verbruik

Bij de energieomwenteling moeten boeren en tuinders breder kijken dan alleen de mogelijkheden om energie op te wekken, zegt Wouter Veefkind, programmamanager energie bij LTO Noord. Een deel van de oplossing voor de ‘netwerkschaarste’ ligt in het eigen verbruik op het boerenbedrijf, dat kan ook nog veel slimmer, zegt hij.

‘Er is op de daken van boerenbedrijven nog veel capaciteit voor zonnepanelen. Die plaatsing wordt vaak gezien als een nieuw verdienmodel. Dat klinkt heel mooi, maar doordat het stroomnet vol raakt, moet je al dat vermogen wel zien kwijt te raken op het eigen erf.’

Volgens Veefkind zijn er tal van oplossingen om de opgewekte boerenenergie meer flexibel te benutten, waardoor je kan profiteren van goedkope momenten. Sommige toepassingen worden al langzaam gemeengoed, andere technieken lijken nog sciencefiction.

Aanbod onvoorspelbaar

Het energieaanbod op het net is onvoorspelbaarder geworden, zegt Veefkind. ‘Soms is er veel aanbod en weinig vraag, met als gevolg lage of zelfs negatieve prijzen. Daar kun je bedrijfsprocessen, zoals het koelen van landbouwproducten en verwarmen van stallen, op afstemmen. Is de stroom goedkoop, dan koelt de boer zelf veel. Is de stroom duur, dan kan je ervoor kiezen om dat wat te verminderen en een deel van de energie aan het net te leveren.’

Een andere oplossing is het machinepark meer te elektrificeren. Bijvoorbeeld door de aanschaf van een elektrische shovel. Op dit moment is voor dergelijke machines een subsidie uit het coronaherstelfonds te krijgen. De productie van waterstof op het erf met overtollige energie lijkt nog een ver-van-ons-bedverhaal, maar is volgens Veefkind zeker een reële optie in de toekomst. ‘In de land- en tuinbouw zijn er veel transportbewegingen. De transportsector krijgt ook te maken met klimaatopgaven. Wat als die trucks straks waterstof kunnen tanken bij de boer?’

Lokale energiegemeenschappen

Deze ontwikkeling past in het stimuleren van lokale energiegemeenschappen die de Europese Commissie nastreeft. Ook zijn er in de sector zelf al initiatieven zichtbaar. Zo nam FrieslandCampina afgelopen zomer een eerste waterstoftruck in gebruik die melk ophaalt bij boeren in Groningen.

• Lees ook: Trendonderzoek: boer wil investeren ondanks zorg over toekomst

Door deze initiatieven voor lokaal gebruik kan bespaard worden op de aanleg van nieuwe stroomnetten in land. ‘Er hoeft daardoor dan minder koper de grond in’, zegt Veefkind. Dat weerhoudt de netwerkbeheerders er overigens niet van om de komende jaren fors te investeren in hun netwerken.

Zo versterkt Liander tot 2025 voor 250 miljoen euro het netwerk in Friesland en de Noordoostpolder. Netbeheerder Tennet wil tot en met 2031 tussen de 10 miljard en 13,6 miljard euro investeren in het stroomnet. Het grootste deel van dit geld gaat naar het oplossen van knelpunten die er nu al zijn.

Bron: Nieuwe Oogst

Back To Top
Lid worden