ALBLASSERWAARD • 750 jaar droge voeten: daar kun je best een feest voor vieren. Alblasserwaard…
Artikel Nieuwe Oogst: Techniek lost veel meer op dan alleen stikstofcrisis
‘Niet halveren, maar innoveren’ is een bekend credo als oplossing voor de stikstofcrisis. De oproep vindt maar bij weinig politici gehoor. Van de 24 miljard euro die klaarligt voor de landbouwtransitie is 1,2 miljard euro bedoeld voor innovatie, terwijl technologische oplossingen binnen handbereik liggen.
‘Niet halveren, maar innoveren’ is een bekend credo als oplossing voor de stikstofcrisis. De oproep vindt maar bij weinig politici gehoor. Van de 24 miljard euro die klaarligt voor de landbouwtransitie is 1,2 miljard euro bedoeld voor innovatie, terwijl technologische oplossingen binnen handbereik liggen.
Behalve aanpassingen in veevoer, weidegang, stalontwerp, mest uitrijden met water, aanzuren of zelfs afkoelen bieden ook bestaande mestverwerkingstechnieken oplossingen voor het stikstofprobleem. Op de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV)-lijst staan tientallen subsidiabele en innovatieve systemen. De meeste zijn gericht op het terugdringen van emissies uit stallen.
Daarnaast liggen er 25 tot 30 aanvragen ter beoordeling bij de Technische Advies Pool. Dit is een groep specialisten die de RAV-keuring voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitvoert.
Verschillende soorten aanvragen
Bij die aanvragen gaat het niet allemaal om verschillende technieken, zegt Birgit Oosterhuis, woordvoerder van RVO. ‘Het kunnen ook meerdere aanvragen zijn voor hetzelfde systeem, voor een bijzondere, voorlopige of definitieve emissiefactor. Een systeem kan ook voor elke diercategorie apart worden aangevraagd.’
RVO moet binnen twintig weken met een eindadvies komen. Vaak duurt dit langer, omdat er aanvullende informatie wordt gevraagd.
Juridisch borgbaar
De vraag is of de beloofde emmissiereducties van de innovaties juridisch borgbaar zijn. Dat de bewijsvoering niet waterdicht is, blijkt uit eerdere rechterlijke uitspraken. Fabrikanten van emissiereducerende technieken zijn het daar niet mee eens. Moderne technieken maken het mogelijk processen op bedrijfsniveau realtime te volgen.
Het uitblijven van de RAV-toekenning van technieken zorgt voor vertraging in de stikstofaanpak. Dat boeren ermee aan de slag willen, blijkt wel uit de tweehonderd offertes die fabrikant JOZ heeft uitstaan voor de Gazoo-stikstofkraker.
Verdienmodel
Rik Janssen van Lely onderstreept dat verbetering van het verdienmodel van de boer een belangrijke reden moet zijn om in technologie te investeren. ‘Door de stikstofcrisis staat de Sphere nu in de belangstelling, maar Lely begon ermee om winst te halen uit gescheiden meststromen en precisiebemesting.’
De Sphere zuigt de ammoniak die net boven de roostervloer blijft hangen via de kelder af, verbindt deze met een zuur en zet die om in vloeibare circulaire stikstofmeststof. Gatenstrips in de roosterspleten scheiden de mest en urine. De verdeling in volume is uiteindelijk 60 procent verpompbare mest, rijk aan fosfaat en organische stikstof, 40 procent urine met kalium en minerale stikstof en een paar procent circulaire mest. Deze lijkt sterk op vloeibare kunstmest en is uit te rijden met een veldspuit of spaakwielbemester.
Op een bedrijf met jaarlijks 5.000 tot 6.000 ton drijfmest gaat het om grofweg 50 kuub circulaire meststof. In totaal wordt zo’n 15 kilo stikstof per koe per jaar afgevangen. Het systeem is in melkveestallen met traditionele spleetroosters te installeren en kost tussen de 1.100 en 1.600 euro per koe. Grote verbouwingen zijn niet nodig. ‘En het systeem is schaalbaar’, zegt Janssen. ‘De Sphere is net zo rendabel op zestig melkkoeien als op bedrijven met honderden koeien.’
Kunstmestvervangers
Lely becijferde dat het systeem gemiddeld 8.000 euro per jaar oplevert aan besparing op kunstmest, mestafzet en gewasopbrengst. Janssen: ‘Zeker nu de gasprijzen zo hoog zijn en kunstmest duur, is het waardevol om je eigen kunstmest te produceren. We wassen nu 15 kilo stikstof per koe uit, wat voor een gemiddelde boer een paar honderd kuub afzet kan schelen. Als er zoals het lijkt inderdaad toestemming komt uit Brussel om ook dierlijke stikstofrijke urine van de Sphere aan te merken als kunstmestvervanger, dan maak je helemaal een grote stap.’
De stikstofrijke urine valt dan buiten de dierlijke gebruiksnormen van 170 kilo kilo per hectare en 250 kilo bij derogatie. Daarmee staat het gelijk aan minerale stikstof en is er dus minder mestafvoer en kunstmestaankoop nodig. ‘VVD-Europarlementariër Jan Huitema is al jaren bezig om dat in Europa voor elkaar te krijgen. Hopelijk lukt dat nu’, zegt Janssen.
Zeshonderd aanvragen
Twintig Spheres draaien nu in Nederland. Een pilot van Lely, FrieslandCampina en de Rabobank waarbij 96 boeren zich konden aanmelden als testbedrijf, is ruim overschreden met zo’n zeshonderd aanvragen. Deelnemers kregen korting op de aankoop, een goedkopere lening en een bijdrage van FrieslandCampina. Janssen ziet Nederland als gidsland voor dergelijke ontwikkelingen. ‘Hier willen boeren graag innoveren. Na Nederland kunnen we ook naar het buitenland met de Sphere.’
Lely heeft nu een voorlopige emissiefactor en hoopt nog dit jaar een definitieve emissiefactor te krijgen voor de RAV-lijst.
Realtime monitoring
Voor verkeerd gebruik van de techniek hoeft geen politicus of rechter bang te zijn. Fabrikanten geven aan dat hun systeem prima is te borgen via realtime monitoring. Dataloggers en sensoren leggen daarbij continu de hoeveelheden ammoniak en dikke en dunne fractie vast en hoeveel zuur of loog er wordt gebruikt om het proces goed te laten verlopen. Deze data zijn weer uit te lezen in managementsystemen die ook beschikbaar kunnen zijn voor controlerende instanties.
Janssen: ‘Er is goed digitaal te monitoren of het proces functioneert. Daarbij zit het bewijs in de silo voor circulaire meststof. Ik proef gewoon de politieke wil voor minder vee. Dat is te zien aan de rapporten die worden gebruikt in de besluitvorming. De laatste innovaties zijn daarin niet eens meegenomen.’
Effectief en goedkoper
Ook CEO Adriaan Lieftinck van Mezt heeft die ervaring. Hij snapt niet dat de overheid niet inzet op innovatie. ‘Een koe wordt hier tweeënhalf keer zo efficiënt gehouden als in China. Doe je haar hier weg, dan krijg je daar dezelfde ellende, maar tweeënhalf keer minder productie. Innovaties zijn effectief en goedkoper. De laatste technieken die in de modellen zijn meegenomen zijn van 2018 en 2019. Net voor de stikstofcrisis uitbrak en alle innovaties, zoals die van ons, loskwamen.’
Vier jaar wachten op een RAV-erkenning duurt Lieftinck veel te lang. ‘Ik pleit ervoor om de handen ineen te slaan en een olifantenpad te creëren, een soort deltaplan stikstof waarbij groot wordt geïnvesteerd in innovaties en sneller wordt beoordeeld.’
Elektrolyse
De Mezt is een technologie die via elektrolyse de bestanddelen stikstof, fosfaat en kalium apart uit mest kan scheiden. In het Zuid-Hollandse Delfgauw staat een testinstallatie in een 6 meter lange zeecontainer. De uiteindelijke versie zal 1.000 tot 1.500 euro per koeplaats kosten afhankelijk van de hoeveelheid te verwijderen stikstof. ‘Als de overheid achter innovatie gaat staan, is zij per kilo geëxtraheerde ammoniak veel goedkoper uit dan met het uitkopen van een hele sector’, stelt Lieftinck.
De CEO kijkt ook verder. ‘Nu is stikstof actueel, maar dadelijk wordt de boer ook ter verantwoording geroepen voor CO2-uitstoot en broeikasgas methaan. Innovaties lossen dat ook op. Eigen kunstmest spaart fossiele kunstmest uit, waardoor het gasverbruik en dus de CO2-uitstoot verminderen. Methaan heeft een 25 keer sterker effect dan CO2 als broeikasgas. Investeren als overheid in het omzetten van methaan is een veel betere oplossing.’
Dat innovatie juridisch niet altijd is te borgen, wuift Lieftinck weg. ‘Je kunt ook te hard rijden op de snelweg. De maatregel is niet de auto’s op te ruimen, maar duidelijke regels af te spreken en deze te controleren. Met sensortechniek kan dat prima.’
Subsidie
Ook de Gazoo-stikstofkraker van JOZ staat volop in de belangstelling. ‘We hebben met de laatste subsidie uit het Economisch Herstelfonds tweehonderd offertes kunnen maken, maar nu zit iedereen te wachten of ze een toekenning krijgen’, zegt Peter ten Hoeve, productmanager bij JOZ.
Acht boeren werken met het systeem. De installatie geschikt tot 350 koeien en met het formaat van een zeecontainer, kost met pompen, silo’s en mestscheider 230.000 euro. Een versie tot 160 koeien is in de maak. Qua erkenning heeft de Gazoo een berekende emissiefactor 5 van het Vlaamse instituut Ilvo en zit daarvoor in de laatste proefstalfase bij RVO.
Dunne en dikke fractie
Na scheiding van de dikke en dunne factie wordt de dunne fractie door lamellenpakketten van de Gazoo geleid. Resultaat is een stapelbare dikke fractie, te gebruiken als boxvulling, gestripte stikstofarme dunne fractie met 80 procent ammoniak en spuiwater.
‘Het is echt een mestverwerkingssysteem. Veel andere systemen wachten de emissie eerst af en gaan dan behandelen. Wij halen alles gelijk uit de mest. De meeste systemen verlagen de emissiefactor van 13 kilo ammoniak per jaar per dierplaats naar bijvoorbeeld 6 kilo’, zegt Ten Hoeve.
Mest verdunnen
De Gazoo vangt actief 50 kilo stikstof per koe per jaar en reduceert de methaanuitstoot met 60 procent. Dat kan door de mest in de put te verdunnen met het restwater uit de stikstofkraker. De methaan uit de dikke fractie wordt geoxideerd. Het spuiwater is aangemerkt als kunstmestvervanger.
De productmanager stipt aan dat juist bij derogatieverlies een systeem als de Gazoo uitkomst biedt. ‘Veel stikstof in dierlijke mest gaat naar kunstmest. Je krijgt een lagere excretie per koe.’
Met bestaande innovaties zijn stikstofdoelen haalbaar
Coöperatie Agrifirm presenteerde donderdag op haar jongerendag het rapport ‘Perspectief voor de boer – De kracht van bewezen innovaties voor een duurzame agrarische sector‘ aan landbouwminister Henk Staghouwer. Daarin staat een brede analyse waaruit blijkt dat met de huidige innovaties bijna de volledige opgave van 39 kiloton stikstofreductie via de weg van innovatie en emissiearme huisvesting kan worden gerealiseerd. De resultaten laten ook zien dat 50 procent van de berekende reductie bij de stal, opslag en verwerking van mest vandaan kan komen en dat de andere 50 procent kan worden behaald bij het aanwenden van mest.
Bron: Nieuwe Oogst