Artikel Nieuwe Oogst: RDW: 7 grote misverstanden bij registratie landbouwvoertuigen

‘Ik kom nooit op de openbare weg, dus registreren hoeft niet’

Op zich helemaal waar, maar is het wel duidelijk wat er allemaal tot de openbare weg behoort? Het gaat niet alleen om asfalt-, klinker-, zand- en andere wegen. Het gaat ook om het eigen terrein of een bedrijfsterrein dat toegankelijk is voor anderen, zelfs als er een hek of slagboom staat. Zelfs bij het oversteken van een weg om van het ene stuk land naar het andere te komen is er sprake van de openbare weg, hoe kort het stuk ook is. En die 18 euro voor een kentekenbewijs staat in geen verhouding tot de boete als de politie je wél staande houdt.

‘Mijn voertuig hoeft niet te worden geregistreerd’

De vuistregel is: heeft een voertuig een afgeknotte driehoek dat aangeeft dat het hier om een motorrijtuig met beperkte snelheid gaat, dan moet het ook worden geregistreerd. Vooral de motorrijtuigen met beperkte snelheid (MBBS’en) worden over het hoofd gezien. Dat zijn rijdende werktuigen die in de bouw, infra, groen, transport, recreatie of op het land worden gebruikt.

Denk aan zelfrijdende oogstmachines, knikdumpers, graafmachines, wielladers, veegmachines, minitrekkers, gazonmaaiers die breder zijn dan 1,30 meter, verreikers en heftrucks. Maar MMBS’en omvatten ook wegtreintjes, SRV-wagens, kleine transportvoertuigen zoals quads, golfkarretjes en gators, teruggekeurde auto’s en begrensde bedrijfsauto’s die zijn omgebouwd naar agrotruck.

Let op: er zijn een paar uitzonderingen. Check via de keuzehulp op rdw.nl/registreren om zeker te weten of een voertuig moet worden geregistreerd. (Land)bouwvoertuigen hoeven alleen niet te worden geregistreerd als ze 6 kilometer per uur of minder rijden. En ook aanhangwagens die getrokken niet harder gaan dan 25 kilometer per uur zijn vrijgesteld van registratie.

‘Mijn voertuig krijgt toch geen registratie’

Dit hoort de RDW vooral van mensen met een oudere trekker of een ouder werktuig. Hun voertuig heeft dan vaak geen chassisnummer (in RDW-jargon: voertuigidentificatienummer oftewel VIN) of het bouwjaar is onbekend. Registratie is inderdaad lastiger, maar ook voor deze voertuigen zijn oplossingen.

Het VIN is met enige hulp misschien wel te vinden. Ook kan de RDW een identiteitsonderzoek doen en daarna een nieuw VIN inslaan. Het bouwjaar is misschien te achterhalen via de fabrikant/importeur of staat op het typeplaatje of een ander onderdeel. Een oldtimervereniging of een zoektocht op internet kunnen hulp bieden. Achterhaal het VIN of regel het inslaan in ieder geval voor 1 januari, want volgend jaar wordt registratie een stuk lastiger.

‘Mijn voertuig is al verzekerd, dus ik hoef niets meer te doen’

Dat klopt niet. Ook als een (land)bouwvoertuig al is verzekerd, moet het in het RDW-kentekenregister komen. Daar moet de eigenaar zelf wat voor doen. Sterker nog: bij ontvangst van het kentekenbewijs, moet de eigenaar zelf het kentekennummer en de meldcode doorgegeven aan zijn verzekeraar. De verzekeraar zorgt dat het voertuig als verzekerd wordt geregistreerd in het kentekenregister.

‘Ik wacht wel met registreren tot het op mijn maatschap kan’

Registreren op naam van een maatschap is niet mogelijk en dat dit jaar zal zo blijven. De RDW begrijpt dat dit erg jammer is voor een groep bedrijven, maar helaas is het niet anders. Maatschappen kunnen hun (land)bouwvoertuigen registreren op naam van een van de maten die daarvoor hun persoonlijke DigiD gebruiken.

‘Mijn trekker rijdt geen 25 kilometer per uur, dus die hoeft geen kentekenplaat te hebben’

Let goed op: als een (land)bouwvoertuig geen 25 kilometer per uur rijdt, moet het wel worden geregistreerd. Het moet alleen direct een kentekenplaat voeren als het harder dan 25 kilometer per uur rijdt. Pas vanaf 2025 moeten ook gemotoriseerde (land)bouwvoertuigen die minder hard gaan dan 25 kilometer per uur een gele kentekenplaat voeren. Als met een getrokken aanhanger of werktuig niet harder wordt gereden dan 25 kilometer per uur, volstaat een witte kentekenplaat en hoeft het voertuig niet te worden geregistreerd.

‘Ik registreer mijn voertuig volgend jaar wel’

Volgend jaar wordt registreren veel lastiger en duurder. Daarom raadt de RDW het ten zeerste af om het dan pas te doen. Tot 1 januari 2022 is een voertuig online te registreren voor 18 euro per voertuig. Vanaf 1 januari kan registreren alleen nog na een keuring op een van de zestien RDW-keuringsstations. De keurings- en registratiekosten zijn minimaal 140 euro en vaak veel meer. Ook moet het voertuig voldoen aan de permanente eisen van de voertuigcategorie.

Bron: Nieuwe Oogst