ALBLASSERWAARD • 750 jaar droge voeten: daar kun je best een feest voor vieren. Alblasserwaard…
Artikel Nieuwe Oogst: Boer met neventak loopt tegen steeds meer regeldruk aan
De multifunctionele landbouw loopt tegen steeds meer regeldruk aan. Daardoor is het voor veel agrarische bedrijven met een neventak lastig om nieuwe activiteiten op te zetten. Vooral sommige kleinere bedrijven zien zich hierdoor genoodzaakt om te stoppen.
Eigenaren van boerderijwinkels die een horecavoorziening willen of boeren met een camping die willen investeren in vakantiehuizen. Veel ondernemers in de multifunctionele landbouw willen met uitbreiding of aanpassing van hun bedrijf meer omzet genereren en hun bedrijf aantrekkelijk houden voor gasten.
Bij de gemeenten krijgen deze ondernemers vaak nul op het rekest als ze aanvragen voor vergunningen indienen, weet voorzitter Arjan Monteny van LTO-vakgroep Multifunctionele Landbouw. ‘Vaak verliezen overheden uit het oog dat ook in de multifunctionele landbouw groei en doorontwikkeling nodig zijn. Boeren met een neventak moeten blijven ontwikkelen en investeren om consumenten te binden en te boeien, in te spelen op veranderende wensen en te kunnen voldoen aan veranderende wetten en wensen zoals op het gebied van verduurzaming.’
Wetgeving gestold op verleden
Waar het dan wringt? ‘Wetgeving is vaak gestoeld op het verleden. In bestemmingsplannen is opgeschreven wat er tien jaar geleden gebruikelijk en wenselijk was. Niet wat er nu nodig is of laat staan hoe ondernemers hun bedrijf over tien jaar willen’, licht Monteny toe.
Voorzitter Ellen Kok van In het Groen kan daarover meepraten. Ze schat in dat honderden eigenaren van de 1.500 kleinschalige boerderijcampings in Nederland die groeiplannen hebben, worstelen met de regelgeving. Samen met Koninklijke Horeca Nederland en Recron spreekt In het Groen met provincies en gemeenten over hoe er meer ruimte kan worden geboden. ‘Vooral op Texel en Walcheren is het een probleem. Gemeenten vrezen voor concurrentie.’
In hokjes denken
Ook bij boerderijwinkels is het probleem zichtbaar. Gemeenten denken nog veel te veel in hokjes is de overtuiging van voorzitter Wessel van Olst van Landwinkel Coöperatie. ‘Er wordt gesproken met een landschapsarchitect en een specialist van verkeersbewegingen, maar niemand kent het totaalplaatje van het bedrijf. Daarin moet veel meer samen worden opgetrokken. Het buitengebied verandert. Dat biedt juist ook kansen.’
In de agrarische kinderopvang merken ze dat de eisen per gemeenten verschillen. ‘Er zijn proactieve gemeenten, maar ook gemeenten die moeilijk doen als boeren willen uitbreiden met een tweede groep. Dat zien ze als een tweede neventak. Dat betekent in de praktijk dat boeren bijvoorbeeld eerst een melktap moeten realiseren en dan wel in aantal vierkante meters met hun kinderopvang kunnen uitbreiden. Dit soort gesprekken kosten vaak bloed, zweet en tranen’, zegt voorzitter Monique Litjens van Verenigde Agrarische Kinderopvang (VAK).
Lange adem
Melkveehouders Bas en Maaike de Wildt uit het Noord-Hollandse Zuidschermer ervoeren dit aan den lijve. Het verkrijgen van een vergunning om hun stolpboerderij om te bouwen tot agrarisch kinderdagverblijf was een zaak van lange adem. Waar ze uitgingen van een kleine bestemmingsplanwijziging, bleek het om een uitgebreide procedure te gaan en moest de bestemming worden gewijzigd van agrarisch naar maatschappelijk.
‘Toen begon de carrousel aan onderzoeken: een schonegrondverklaring, akoestisch onderzoek, flora- en faunascan, vleermuisonderzoek, archeologisch onderzoek, asbestinventarisatierapport, ruimtelijke onderbouwing en een stikstofberekening’, somt Bas de Wildt op.
Bureaucratische molen
Naast de kosten voor de vergunning van 30.000 euro kostten de verschillende onderzoeken het stel in totaal 75.000 euro. ‘Dat vind ik absurd voor een inpandige verbouwing. Alkmaar wil graag dat er werkgelegenheid wordt gecreëerd in het buitengebied. Er is een schreeuwend tekort aan kinderopvangen. De stolp wordt op deze manier mooi behouden. Waarom werkt de bureaucratische molen ons dan zo tegen? Ik heb een stapel rapporten liggen waar geen hond later meer naar kijkt.’
De Wildt heeft nooit overwogen om de stekker uit hun plan te trekken. ‘We zijn 35 en 36 jaar. We zijn jonge ondernemers. We willen door. We hebben drie prachtige dochters gekregen tijdens het vergunningentraject. Het is dat ik ook een goedlopende handelsonderneming run, daardoor kunnen we financiële lasten dragen. Maar ik snap goed dat jonge boeren het bijltje erbij neergooien als ze plannen hebben voor een neventak. Het is niet voor niets dat hier nog geen agrarische kinderopvang in het buitengebied is gerealiseerd.’
Afwijken bestemmingsplan
Het kinderdagverblijf kon alleen mogelijk worden gemaakt door een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan met toepassing van een uitgebreide voorbereidingsprocedure. Dat is wettelijk voorgeschreven, reageert een woordvoerder van gemeente Alkmaar. ‘Alles hangt immers af van of het aangevraagde wel of niet in het bestemmingsplan past en of er daarom een reguliere procedure of een uitgebreide procedure nodig is. Dat maakt veel verschil in tijd en in de hoeveelheid aan te leveren gegevens.’
De gemeentewoordvoerder erkent dat het de vergunningprocedure lang heeft geduurd, maar dat lag niet aan de gemeente. ‘Er zat bijna twee jaar tussen onze positieve reactie op het principeverzoek en de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Tijdens de procedure duurde het ook nog eens erg lang voordat alle onderzoeksrapporten door de aanvrager werden aangeleverd.’
Monteny heeft goede hoop dat met de nieuwe Omgevingswet die op 1 januari 2023 in werking treedt, er meer mogelijk wordt voor agrarisch ondernemers met een neventak. ‘Nu mag het niet omdat het niet in een bestemmingsplan staat. Straks moet een ondernemer aantonen dat de omgeving er beter van wordt. Het zal niet per se sneller gaan, maar misschien wel gemakkelijker.’
Bron: Nieuwe Oogst