29 november 2024 Cider bestond al in de tijden van de Grieken en Romeinen, maar…
Artikel Nieuwe Oogst: Belangstelling voor bijscholing onder boeren en tuinders groeit
Boeren en tuinders zijn nooit uitgeleerd, moeten mee in ontwikkelingen als energietransitie, vergroening en professionalisering van het personeelsbeleid. Groene onderwijsinstellingen spelen handig in op die behoefte met een gevarieerd cursusaanbod. Niet meer uitsluitend voor kennisvergaring, ook voor je netwerk en zelfontwikkeling is het goed.
Een opfriscursus voor de spuitlicentie, personeelsbeleid, plantenfysiologie, bedrijfshulpverlening, een cursus transitie op het boerenerf, precisielandbouw of natuurondernemen, het aanbod van de groene opleidingen aan bijscholingsmogelijkheden voor boeren en tuinders is breed en uiterst divers. En de scholingsbereidheid neemt toe, stellen de cursuscoördinatoren van de groene opleidingen in het land vast.
Anouk van Rossum van HAS Hogeschool in Den Bosch heeft in de ruim twaalf jaar dat zij cursussen organiseert, het aantal aanmeldingen van agrarisch ondernemers gestaag zien toenemen. ‘Eerst in de glastuinbouw, waar de sterke groei in de bedrijfsgrootte en vele innovaties leidden tot meer behoefte aan kennis en specifieke vaardigheden. Meer complexe bedrijfsprocessen, steeds meer personeel en technologie die zich blijft door ontwikkelen.’
Andere vaardigheden
Een tuinder vertelde Van Rossum eens dat hij er tot zijn schrik achter kwam dat zijn personeel meer wist van bepaalde technieken dan hijzelf. Voor hem een reden om te gaan bijleren. ‘Alleen het hebben van groene vingers is niet meer genoeg. Het ondernemen van nu vergt ook andere vaardigheden: kennis van ICT, logistiek en personeelsmanagement.’
Van Rossum ziet een uiterst gevarieerd publiek zich aanmelden voor het cursusaanbod van HAS Hogeschool; van pas afgestudeerde mbo’ers en medewerkers in de agribusiness tot 55-plussers die al jarenlang een eigen bedrijf runnen. Ze stelt vast dat na de tuinbouw ook in de akkerbouw de belangstelling voor bijscholing snel groeit. Terwijl die in de veehouderij wat minder is.
‘In de akkerbouw leeft een sterke behoefte om het ondernemerschap te verbreden, te werken aan je persoonlijke vaardigheden en aan bedrijfsontwikkeling. De cursussen die wij voor deze ondernemers op dit gebied aanbieden, zitten dan ook snel vol.’
Innerlijke motivatie
Volgens Van Rossum is ‘het moeten’ geen goede motivatie om je aan te melden voor bijscholing. ‘Kijk naar jezelf. Waar word je warm van en wat past goed bij het ondernemen in een tijd van transitie? De innerlijke motivatie om te gaan bijleren, is het allerbelangrijkst.’
Dat veehouders toch nog vrij lastig weer de schoolbanken in zijn te krijgen, vindt zij opmerkelijk. ‘Ze investeren wel tonnen in zoiets als een melkrobot of nieuwe stal, maar investeren in jezelf gaat hen kennelijk nog een stap te ver.’
Stikstof
De bijscholingscursus stikstof is daar misschien een voorbeeld van. Die is opgezet door verschillende groene hbo-instellingen in samenwerking met Wageningen University & Research. Op aandringen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, maar geheel onafhankelijk ingevuld, benadrukt Van Rossum. De belangstelling onder boeren is tot nu toe minimaal.
Dat is vanuit het perspectief van de veehouders volgens Van Rossum ook wel weer te begrijpen. ‘De politiek is nog in beweging. Maar tegelijk kun je met een aantal kleinere maatregelen je bedrijf er wel op voorbereiden. Bodem, voer en stal; het zijn allemaal knoppen waar je als boer aan kunt draaien.’
Boeren wachten af
De eenmalige masterclass stikstof zat wel bomvol met boeren, meldt Jeroen Nolles van Aeres Hogeschool in Dronten. ‘Maar daar bleef het zo’n beetje bij.’ Hij heeft wel een verklaring: ‘Boeren wachten af. De sector kent een veelheid aan dossiers. Behalve stikstof en fosfaat ligt er vaak ook een complexe bedrijfsovername, moet je rekening houden met de omgeving en eventueel natuurontwikkeling.’
Toch neemt de behoefte aan bijscholing toe, stelt Nolles. Hij merkt dat bijvoorbeeld veel jongeren na hun opleiding nog een drive hebben om terug te komen voor een kadercursus. ‘Soms is dat ook de aanzet voor hun ouders om zich te komen oriënteren op bijscholing.’
Van elkaar leren
Nolles ziet nog een motivatie om je als agrarisch ondernemer te oriënteren op bijscholing. ‘Het is niet alleen kennisverrijking; ondernemers zoeken daarnaast houvast en het gaat ook om de ontmoeting en het van elkaar leren. Zeker de onderlinge discussies met deelnemers uit het hele land bieden agrariërs de kans eens buiten de eigen regio te kijken. Je hoort dan hoe je collega’s elders ermee omgaan.’
‘Maak aanbod zo breed mogelijk, specifiek en intensief’
Tijd is schaars voor agrarisch ondernemers. Als zij een behoefte hebben aan bijscholing, is het zaak dat het cursusaanbod daarom zowel zo breed mogelijk is als tegelijk ook specifiek en intensief, zegt Eric Douma, LTO-bestuurder Ondernemerschap & Onderwijs. Ondernemers moeten volgens Douma kunnen kiezen uit een gevarieerd aanbod aan cursussen die gelijk de diepte ingaan en in kort tijdsbestek veel informatie overbrengen. Dat lukt aardig, stelt hij. ‘Er zijn diverse brancheopleidingen zoals Talentoogst voor de akkerbouw, maar ook voor de glastuinbouw, varkenshouderij en pluimveehouderij. Er is een breed scala aan gerichte cursussen, zoals kraamstalmanagement of precisielandbouw.’ Het is niet zo dat de brancheorganisaties bepalen hoe het onderwijs eruitziet, zegt Douma. ‘Wel leggen we de verbinding tussen aanbieders en de vraag uit de sector. Onze opdracht is het aanbod liefst nog breder te maken.’
Karlijne de Groot zoekt verbeterpunten
Melkveehouder Karlijne de Groot (23) boert met haar vader Gerard in maatschap aan de rand van Zoetermeer. Ze hebben een biologisch bedrijf met 36 koeien op 26 hectare. Na haar mbo-studie aan Warmonderhof in Dronten volgt ze nu een kadercursus aan Aeres Hogeschool in dezelfde plaats.
‘Ik ben van de koeien’, zegt De Groot die verwacht het bedrijf over te kunnen nemen. Haar twee broers zijn wat anders gaan doen. Met vee werken is haar passie, maar ze heeft er ook een baan bij als trekkerchauffeur bij een loonwerker. Ook is ze op zoek om het bedrijf te diversifiëren, bijvoorbeeld een zelfzuiveltak of zaalverhuur erbij, om het meer toekomstbestendig te maken.
‘De studie veehouderij bij Warmonderhof is vooral een praktische opleiding. Door familieomstandigheden kan ik niet fulltime verder studeren, maar ik zoek nog wel naar verdieping. Zo’n kadercursus in de winter is dan een mooi vervolg. Het is zonde om niet verder te leren.’
Andere manier van denken
Via de deeltijdstudie hoopt De Groot meer uit het bedrijf te kunnen halen. ‘Ik heb het idee dat het economisch beter kan. De cursus biedt precies aan wat ik nog miste en is breed, van bedrijfskunde tot veevoeding. Het zet je aan tot een andere manier van denken’, licht ze toe.
‘Je gaat economischer naar het bedrijf kijken. Via kerngetallen en bedrijfsanalyse merk je dat het ook anders kan en leer je verbeterpunten ontdekken.’
Lammert de Vries moet het ook kunnen
Lammert de Vries uit Usquert is bedrijfsleider op het akkerbouwbedrijf van maatschap Clevering in Warffum. Hij volgde twee cursussen voor zijn spuitlicentie bij TerraNext in Groningen.
Na de middelbare landbouwschool werkte De Vries in de bollenteelt en als monteur in de landbouwmechanisatie, waar hij ook een vervolgopleiding voor volgde. Daarmee heeft hij zowel landbouwkundige kennis als kennis van werktuigbouwkunde.
Zo werkte De Vries voor een dealer in landbouwmachines als servicemonteur en als zzp’er. ‘Maar de boerderij is mij altijd blijven trekken en mijn hart ligt op het land. Dus toen ik de kans kreeg om bedrijfsleider te worden in Warffum, heb ik dat met beide handen aangegrepen.’
Hoewel De Vries in de loop der tijd met veel facetten van de akkerbouw in aanraking was gekomen, had hij nog nooit op een spuit gezeten. ‘Dat deed de boer altijd. Maar ik moet het ook kunnen’, vindt hij.
Diploma nodig
‘Je mag al het andere werk doen zonder diploma, maar voor gewasbespuitingen heb je toch een diploma nodig. Daarom heb ik mij aangemeld voor de cursus Uitvoering gewasbescherming.’
Om als bedrijfsleider zelfstandig te kunnen boeren, volgde De Vries ook de cursus Bedrijfsvoering gewasbescherming in de akkerbouw. Was hij eerst wat bevreesd voor de vracht aan regelgeving, uiteindelijk viel het hem mee.
Trudy de Jong zoekt naar handvatten
Akkerbouwer Trudy de Jong uit Zuid-Beijerland is in 2015 in maatschap met haar vader gaan boeren. Sinds 2018 is ze er fulltime aan het werk, nadat ze daarvoor in de diervoeding heeft gewerkt. Ze is net begonnen met de cursus ‘Ondernemen in de akkerbouw in 2030’ van HAS Hogeschool in Den Bosch.
De Jong (38) volgde een HAS-opleiding Dier- en Veehouderij in Delft. Nadat ze besloot het ouderlijk bedrijf over te nemen, heeft haar vader haar ‘bijgeschoold’ in de akkerbouw. Het bedrijf van 70 hectare kent een traditioneel bouwplan met granen, bieten en consumptieaardappelen. In dat laatste gewas wordt via specialiteiten geprobeerd de opbrengstprijs te verbeteren.
Een adviseur van CZAV wees De Jong op een bijscholingscursus speciaal voor akkerbouwers in Zuidwest-Nederland. ‘Ik was niet echt zoekende. Door de specialisatie in de aardappelen blijven we nog wel in de running, maar je wilt het bedrijf toch goed houden. Je stapt niet op de boot om alleen mee te varen. Ben ik er nog in 2030? Ik denk weleens: waar gaat het naartoe in Nederland met de landbouw?’
Meer toekomstbestendig
De Jong wil het akkerbouwbedrijf na de overname meer toekomstbestendig maken. De bijscholingscursus moet haar daarbij helpen. Ze verwacht dat de cursus haar aanzet om te formuleren wat zij met haar bedrijf wil in de toekomst. ‘Dat je daarin dingen meeneemt waar je zelf niet bij stilstaat. De cursus moet mij daar handvatten voor geven.’
Bron: Nieuwe Oogst