Skip to content

Artikel BoerenBusiness: Tot 2030 forse krimp van aantal melkveebedrijven

Het aantal melkveebedrijven in Nederland neemt tot 2030 af met eenderde tot ongeveer 10.650 bedrijven. De totale hoeveelheid melk blijft daarbij tot 2024 gelijk en stijgt daarna tot 2030 licht. De gemiddelde bedrijfsgrootte van een Nederlandse melkveebedrijven stijgt 101 naar 139 melkkoeien.

Dit blijkt uit doorrekeningen van Wageningen UR (WUR) op basis van de huidige wet- en regelgeving. De verwachting die de WUR hiermee uitspreekt is het zogeheten basisscenario. Daarbij schetst het ook 3 andere toekomstscenario’s waar de Nederlandse melkveehouderij naar toe kan gaan. Hierin neemt het aantal melkveebedrijven nog sterker af dan in het basisscenario.

In het basisscenario stopt een deel van de melkveehouders de komende 10 jaar vanwege leeftijd en het ontbreken van een opvolger. De verwachting is wel dat een deel van de melkveebedrijven moet stoppen, omdat zij niet meer aan de financiële verplichtingen kan voldoen. “Er zit een golf van stoppers aan te komen”, constateert Frans Keurentjes, voorzitter van coöperatie FrieslandCampina. “Aan jonge boeren om dat allemaal over te nemen. Terwijl de interesse van opvolgers juist afneemt door de financiële situatie van melkveebedrijven en andere zaken.”

Modellen doorrekenen
In het basisscenario blijft de melkveehouderij binnen het fosfaatplafond en lijken het stikstofplafond en de afspraken uit het Klimaatakkoord haalbaar te zijn, meldt de WUR.  De onzekerheden zitten hem in het stikstofdossier, de schommelingen in de melkprijs en de hoogte van de te betalen rente. De effecten van bijvoorbeeld de aanstaande stikstofwet, inclusief bijvoorbeeld het extern salderen en het toekomstig mestbeleid zijn niet in deze calculaties opgenomen.

Dat kan ook niet, zegt Jan-Pieter Tanis, directeur Corporate Affairs bij FrieslandCampina. Het zuivelconcern is de opdrachtgever van het onderzoek. “Je kan geen calculaties maken op basis van verwachtingen. We kunnen in de modellen die de WUR heeft gemaakt wel aanvullend beleid toevoegen om zo nieuwe berekeningen uit te voeren.”

De 3 andere toekomstscenario’s, de zogeheten exploratieve scenario’s, zijn gebaseerd op mogelijke toekomstige maatschappelijke veranderingen. Die hebben als doel te verkennen welke ontwikkelingsrichtingen de sector nog meer kan doormaken het komende decennium, verklaart WUR. In het eerste scenario (stimulering natuurinclusief) is er meer aandacht vanuit de markt en de maatschappij voor een natuurinclusieve melkveehouderij.

Andere investeringsmogelijkheden
In het tweede scenario (hardcore vrije markt) ligt de nadruk op het produceren van betrouwbaar en goedkoop voedsel en gelden er geen aanvullende eisen voor natuur en milieu. In het derde scenario (meer focus op rendement en sociale eisen) zetten melkveehouders niet maximaal in op groei. De melkveehouder stelt eisen aan het inkomen uit het bedrijf en kijkt ook naar andere investeringsmogelijkheden binnen en buiten het bedrijf.

In deze 3 scenario’s is het aantal melkveehouderijen in 2030 verder afgenomen dan in het basisscenario. In 2 scenario’s, de vrije markt en de focus op inkomen buiten het melkveebedrijf, halveert het aantal melkveebedrijven de komende 10 jaar. Bovendien leiden deze scenario’s tot gemiddeld grotere bedrijven, die in het vrije marktscenario gemiddeld duidelijk groter en intensiever en in het natuurinclusieve scenario gemiddeld extensiever zijn. In het scenario waarin melkveehouders minder inzetten op groei, neemt de totale melkproductie het meest af.

Geen zorgen of melkaanvoer
FrieslandCampina geeft aan de ontwikkelde toekomstscenario’s mee te nemen in de strategieontwikkeling en besluitvorming op de lange termijn, bijvoorbeeld in de beoordeling van investeringen op het gebied van benodigde melkverwerkingscapaciteit.

Frans Keurentjes zegt zich geen zorgen te maken over een mogelijk dalende aanvoer van ledenmelk. “Een schokbeweging in de melkaanvoer heeft impact, maar FrieslandCampina is voorbereid om daar op in te spelen.” Hoe het zuivelconcern daarin gaat acteren, noemt hij echter niet.

Bron: BoerenBusiness

Back To Top
Lid worden