16 oktober Wereldvoedselavond WAV in Ottoland Melkveehouderij VOC tijd In zijn opening vergeleek de voorzitter…
Artikel Boerderij: Wie beheert straks nog het landschap?
Als boeren verdwijnen wat gebeurt er dan met het platteland? Boeren en andere bewoners maken zich zorgen over het landschap.
De leefbaarheid van het platteland staat niet zomaar onder druk, hij staat onder gróte druk. Dat vindt de P10, een samenwerkingsverband van 29 plattelandsgemeenten. De stikstofproblematiek speelt hier een grote rol in, aldus de P10. Immers: hierdoor dreigen boeren te stoppen of te verplaatsen en dat kan gevolgen hebben voor de regio. Wie beheert dan nog het landschap? Om maar eens wat te noemen.
Verenigingsleven
Stimuland, een organisatie die zich sterk maakt voor het platteland, kwam dezelfde zorgen tegen bij onderzoek in twee kleine plattelandsdorpen. Voor dat onderzoek, aangevraagd door ZuivelNL, werden melkveehouders, dorpsbewoners en lokale overheden geïnterviewd. Alle hadden een grote zorg wat betreft het landschapsbeheer. Betrokkenen vrezen een verruiging van hun omgeving, want andere partijen die het beheer op een dergelijke grote schaal overnemen, liggen niet voor het oprapen.
Andere partijen die het landschapsbeheer op een dergelijke grote schaal overnemen, liggen niet voor het oprapen
Andere zorgen die naar boven kwamen, hadden betrekking op het verenigingsleven waar boeren cruciaal voor worden geacht. Ze stellen hun schuren, land, machines en gereedschappen ter beschikking voor dorpsevenementen. Ook worden ze gezien als mensen met een enorme drive om zich vrijwillig in te spannen bij dergelijke events. Zouden boeren verdwijnen, dan valt misschien ook het verenigingsleven geheel of gedeeltelijk weg, zo is de vrees.
En dan is er nog de werkgelegenheid die boeren met zich mee brengen. Allerlei erfbetreders verdienen hun brood aan hen. Kortom: als de stikstofmaatregelen tot gevolg hebben dat boeren stoppen of verplaatsen, dan wordt de spil uit het platteland getrokken en blijft er van de gemeenschapszin niets over aldus de geïnterviewde dorpsbewoners.
Werkgelegenheid
Zijn die angsten terecht? Emeritus hoogleraar plattelandsontwikkeling Dirk Strijker van de Rijksuniversiteit Groningen zei afgelopen zomer tegen RTV Drenthe dat het een hardnekkig misverstand is om te denken dat boeren nodig zijn voor de leefbaarheid van het platteland. Met die werkgelegenheid valt het bijvoorbeeld wel mee. De meeste agrarisch gerelateerde werkgelegenheid zit namelijk buiten de dorpen. Denk aan voerfabrieken, zuivelverwerkers en slachterijen.
Ook Han Wiskerke, hoogleraar rurale sociologie bij Wageningen University, plaatst kanttekeningen bij het verband tussen leefbaarheid van het platteland en de aanwezigheid van boeren. “De tijd dat boeren de drijvende kracht zijn achter de plattelandseconomie ligt al een tijdje achter ons.”
Maar, zo nuanceert hij, er is geen eenduidig antwoord op de vraag of en hoe het platteland verandert als de boeren verdwijnen. “Het maakt namelijk nogal wat uit wat voor bedrijven er verdwijnen. Zijn dat de grote, gespecialiseerde productiebedrijven? Die zijn relatief gezien minder verbonden met de lokale omgeving. Voer en grondstoffen komen van elders en de afzet en verwerking vindt ook buiten de dorpen plaats. Heb je het daarentegen over multifunctionele bedrijven dan is het een heel ander verhaal. Dat zijn bedrijven die veel meer verankerd zijn. Ze hebben een winkel aan huis, een camping of zorgtak erbij, bieden boerderij-educatie of ze zetten hun producten af in de directe omgeving. Denk aan restaurants en horeca. Als zulke bedrijven verdwijnen, is de maatschappelijke impact op de omgeving veel groter. Dan zou de leefbaarheid mogelijk wel aangetast worden.”
Effect op dorpscultuur
Leefbaarheid is overigens geen eenduidig begrip. Er zijn twee soorten: objectieve en subjectieve. Bij de eerste gaat het om meetbare kenmerken zoals de aan- of afwezigheid van voorzieningen als winkels en scholen. Bij subjectieve leefbaarheid gaat het om de beleving en mening van bewoners. In relatie tot het verdwijnen van boerenbedrijven kunnen die heel verschillend zijn. Wiskerke: “Mensen die bijvoorbeeld veel geurhinder ervaren van een naburig varkensbedrijf zullen vinden dat de leefbaarheid verbetert als dat bedrijf verdwijnt.”
De mensen die door Stimuland werden geïnterviewd maken zich vooral zorgen over de subjectieve leefbaarheid van hun dorp als de boeren er helemaal uit verdwijnen. Kunnen zonder hen de dorpsfeesten en evenementen nog wel doorgaan? Bewoners en boeren denken van niet, lokale overheden menen dat het wel meevalt. Zij denken dat er ook zonder boeren vrijwilligers zullen zijn en dat er ook zonder boeren wel terreinen te vinden zijn voor de autocross of het dorpsfeest.
Regie kwijt
Dat mag misschien zo zijn, bewoners zelf voorzien dat ze zonder boeren hun regie en zelforganiserend vermogen kwijtraken. Met een plaatselijke boer regel je tijdens een gezellig avondje dat er op zijn grond een parkeerterrein mag komen. Via officiële wegen gaat dat veel stroperiger.
De wens om zelf de regie te hebben, is iets dat Tialda Haartsen herkent uit haar onderzoeken. Ze is hoogleraar plattelandsgeografie aan de Rijksuniversiteit in Groningen en noemde in haar recente inauguratierede dat hoe sterker de band is tussen mensen en hun woonomgeving, hoe vaker ze zich medeverantwoordelijk voelen voor die plek. Ook leeftijd en levensfase zijn van invloed. Vergeleken met jongeren voelen ouderen vaker een nostalgische band met hun omgeving. Hoe die eruit zou moeten zien, is gebaseerd op hoe het er vroeger uitzag. En toen waren er inderdaad meer winkels, scholen én boeren. “Kijk wat er de afgelopen 30 jaar gebeurd is. Veel boeren zijn verdwenen, maar het sociale en culturele leven is er nog steeds. Ook het landschap wordt nog steeds beheerd zij het door minder boeren dan vroeger.”
Boeren blijven nodig
Haartsen verwacht dat er ondanks de transitie die gaande is, echt wel genoeg boeren overblijven om voor het landschap te zorgen. “Maar zij zullen wel een ander bedrijfsmodel hebben. Het hoeft heus niet allemaal kleinschalig en biologisch maar het Mansholt-model is failliet aan het gaan. Dat is niet begonnen toen de stikstofkaart gepresenteerd werd. Het is al jaren aan de gang.”
Het hoeft heus niet allemaal kleinschalig en biologisch maar het Mansholt-model is failliet aan het gaan
En die leefbaarheid van het platteland? “De rol van boeren hierbij wordt denk ik een beetje overtrokken. Natuurlijk is het handig als je iemands schuur kunt gebruiken voor een activiteit, maar er zijn ook veel activiteiten die zonder boeren plaatsvinden. Dat wil niet zeggen dat boeren dan maar net zo goed weg kunnen. Dat wil ook helemaal niemand. Ze blijven nodig alleen anders dan nu.”
Lees meer over landschap
Lees alles over het stikstofbeleid in dit dossier.
Bron: Boerderij