Artikel AD | Vijf jaar geleden stond Marjolein in de finale van Heel Holland Bakt, een allesbepalend moment in haar leven

HOE IS HET NU MET | Het is bijna vijf jaar geleden dat Heel Holland Bakt-finaliste Marjolein van Till haar taartenwinkel opende. De bakster is na een drukke start van haar zaak en roerige coronajaren eindelijk in wat rustiger vaarwater terechtgekomen. ,,De Bakplaats is nu een begrip in Ameide.’’

Als ze het nieuwe seizoen van Heel Holland Bakt kijkt, dat nu weer op televisie is, krijgt ze weer klamme handen en is ze voor haar gevoel weer even terug in de bekende tent. Marjolein van Till (34) weet precies hoe de kandidaten zich voelen als André van Duin zijn bekende kreet ‘Bakkers klaar, bakken maar’ roept. In 2017 stond zij daar, toen nog als fanatieke thuisbakker, te hopen en te duimen dat haar baksels in de smaak zouden vallen bij de jury.

Dat deden ze, want uiteindelijk werd Van Till dat seizoen tweede. Het was een allesbepalend moment in haar leven. ,,Ik wist toen al dat ik meer wilde met bakken, dat ik er mijn werk van wilde maken. Maar ik vond het spannend hoe andere mensen op mijn tweede plaats zouden reageren. De reacties waren echter zo positief dat ik besloot ervoor te gaan.”

Overal taarten
Ze zegt haar baan bij een zorginstelling op en verkoopt dan taarten vanuit huis. Dat zorgt al snel voor allerlei problemen. ,,Op een gegeven moment konden we niet meer koken in de keuken omdat er overal taarten stonden”, zegt ze, lachend bij de herinnering. ,,Precies op dat moment kwam er een ruimte vrij in het centrum van mijn woonplaats Ameide, die ik kon huren.” De Bakplaats is geboren.

Van Till verwacht in eerste instantie vooral zelf haar taartenbestellingen daar te bakken en, mocht er iemand langskomen, zo nu en dan een kopje koffie te kunnen schenken. Maar haar zaak is een schot in de roos in Ameide en al snel zit het er elke dag hartstikke vol. De taarten, cupcakes en andere lekkernijen vliegen over de toonbank. ,,Aan de taartenbestellingen kwam ik pas in de avond toe en ik werkte soms tachtig uur per week. Toch was ik me er toen al steeds van bewust dat ik mijn droom aan het waarmaken was.”

Niet altijd makkelijk
De afgelopen jaren zijn niet altijd makkelijk geweest, erkent ze. ,,In het begin ben je je bedrijf aan het opstarten en nog heel veel aan het leren. Dat was geweldig, maar ook heel druk.” Ze is er amper aan gewend of de coronapandemie breekt uit en horecazaken zoals die van haar moeten de deuren sluiten om verspreiding van het virus te voorkomen.

Toch kijkt ze ook op die periode terug met een glimlach. ,,Want jeetje wat hebben we veel steun gehad”, verzucht ze. ,,Dat heeft me zo goed gedaan. Mensen uit Ameide, maar ook van daarbuiten, kwamen naar De Bakplaats toe om taarten te bestellen en af te halen. En zodra er weer wat mogelijk was, zaten ze er weer. Ik vond het heel mooi dat mensen tijdens de pandemie zo voor elkaar klaarstonden.”

Luxeproduct
Na corona zorgde het uitbreken van de oorlog in Oekraïne voor een onrustige situatie. ,,Mensen werden voorzichtiger in hun uitgaven. Heel logisch dat dan een luxeproduct zoals taart als eerste uit het budget wordt geschrapt. Dat was wel even slikken, maar ook daar zijn we sterker uitgekomen.”

Waar De Bakplaats begon als een taartenwinkel is het inmiddels een complete lunchroom met ruimte voor high teas. Behalve taarten, bokkenpootjes, cupcakes, boterkoeken en andere lekkernijen zijn er ook regionale producten te verkrijgen. Zoals kaarten van een kunstenaar uit Ameide en wijn uit Vijfheerenlanden. Die vallen in de smaak, vooral omdat ook veel toeristen de horecazaak weten te vinden. ,,Ik vind het mooi om andere ondernemers hier ruimte te bieden om hun producten te verkopen.”

Starters een handje helpen, dat doet ze graag. ,,Ik weet nu dat ondernemen niet één stijgende lijn omhoog is. Dat hoeft ook helemaal niet. Er zijn periodes waarin het beter gaat en periodes waarin het minder gaat. Je moet ze allemaal zien door te komen. Dat wij hier nog steeds zitten, maakt me supertrots. We hebben onze plek in Ameide veroverd en ik vind het tof dat ik iets heb toegevoegd aan mijn eigen woonplaats. Wat ik voor de komende vijf jaar wil? Niks geks of bijzonders. Gewoon dit, mijn bakwinkeltje in Ameide, en daar dan heel erg van genieten.”

Bron: AD Rivierenland