BIESBOSCH – Visarenden, bevers, boommarters en onlangs nog de ringslang. De afgelopen jaren hebben zich veel diersoorten in het natuurgebied gevestigd. En daar blijft het niet bij, verwacht boswachter Harm Blom.
,,Er zit een flamingo in de Muggenwaard”, meldt boswachter Joey Braat nog voordat Blom aan zijn lijstje van nieuwe en verwachte diersoorten kan beginnen. Maar Blom veert niet gelijk op van zijn stoel, want zo bijzonder is een flamingo in de Biesbosch niet meer. ,,We zien ze hier steeds vaker”, zegt Blom.
De lichtroze tropische vogel staat niet op Bloms lijstje van nieuwkomers. De boswachter is namelijk meer onder de indruk van de kleine platvisjes die hij steeds vaker in het water tegenkomt. Bovenaan zijn favorietenlijstje van ‘nieuwe’ diersoorten in de Biesbosch staat daarom de bot.
1. Bot
De bot is een platvis die lijkt op een schol. Als hij zich ingraaft in de bodem steken zijn ogen er nog een beetje bovenuit. De bot is de enige platvis die ook in zoet water kan leven. Paaien doet hij echter op zee, waarna de jonge botjes naar de rivieren trekken om daar op te groeien.
Hoewel de bot nooit helemaal uit de Biesbosch is verdwenen, heeft Blom deze vis toch op zijn lijstje gezet. ,,Dankzij de natuurontwikkelingsgebieden zien we namelijk steeds meer jonge botjes in de Biesbosch. Ondanks alle sluizen en andere afsluitingen weten ze ons gebied toch te bereiken. Dat is niet alleen goed voor de vissoort, maar ook voor de visetende vogels die in het gebied verblijven.”
2. Houting
Nog een vissoort op Bloms lijst. De houting, familie van de zalm. De vis heeft een blauwe ‘wipneus’ die groter wordt naarmate het water zouter is. Blom: ,,Sinds 2017 wordt deze vis incidenteel, maar wel steeds vaker in de Biesbosch gezien. Houting leeft bij voorkeur in een overgangszone tussen zoet en zout water, maar sinds de Deltawerken zijn er nog maar weinig van dit soort gebieden in ons land.
Volwassen houting komt via Rotterdam ons land binnen en vindt hier in de Biesbosch ondiep snelstromend water waar deze vis zo van houdt. De Biesbosch is een ideaal rust- en voedselgebied voor de houting. De jonge vissen kunnen hier onderweg van Duitsland naar de Noordzee opvetten voordat ze weer het brakke water opzoeken.”
3. Zeearend
Sinds 2012 broedt de zeearend in de Biesbosch. Blom: ,,Dit jaar zijn er twee nesten en een derde paar is al twee jaar bezig om hier een goede plek te zoeken. Ze twijfelen nog een beetje. Ik zie niet snel gebeuren dat een vierde koppel zeearenden zich hier gaat vestigen, want daarvoor is de Biesbosch niet groot en rustig genoeg. De zeearend heeft namelijk een groot territorium.
Bijzonder is ook de puberklas, een groep van vijf tot soms wel dertien jonge zeearenden. Zij blijven een paar jaar bij elkaar in de buurt en leren zo jagen en socialiseren. Als ze 3 of 4 jaar oud zijn verlaten ze deze groep en gaan ze op zoek naar een eigen broedgebied.”
4. Visarend
Blom: ,,De visarend, onze trots. Dat zo’n soort besluit om zich hier te vestigen, betekent veel voor de Biesbosch. Er is hier blijkbaar genoeg rust, ruimte en voedsel voor deze roofvogels. De visarend broedt sinds 2016 in de Biesbosch. Dit jaar hebben we hier sowieso drie broedparen, maar we vermoeden dat er een vierde nest in de Dordtse Biesbosch is.
Er is nog een vijfde nest gebouwd door een man, maar daar is nog geen vrouw bij. De populatie in de Biesbosch kan zeker verder uitgroeien, want er zijn nog genoeg rustige en visrijke plekken. Bovendien zullen de visarenden vanuit deze bronpopulatie uiteindelijk ook naar andere gebieden trekken en zich daar gaan vestigen, wellicht in de Alblasserwaard.”
5. Ringslang
In mei dit jaar werd voor het eerst een ringlang gezien in de Biesbosch. ,,De schrik van velen, maar dat is niet terecht, want het dier is niet agressief en niet giftig. Hij eet kikkertjes, visjes, salamanders en soms muizen. Bovendien wordt de ringslang zelf weer gegeten door reigers. In de natuur is het eten en gegeten worden.
Ik hoop dat de ringslang het hier naar zijn zin heeft en hier blijft, want de Biesbosch is een perfect leefgebied voor deze soort. Het gebied is echter niet gemakkelijk te bereiken voor de ringslang. Dat komt onder meer door barrières als snelwegen, maar ook omdat de populaties ringslangen zich heel langzaam verplaatsen.”
6. Otter
Blom twijfelde of hij de otter op zijn nieuwkomerslijstje zou zetten. Want was het nou wel of geen otter die enkele weken geleden te zien was op een filmpje dat in de Biesbosch werd gemaakt? Deskundigen zijn het er nog altijd niet over eens. Toch zal het Blom niet verbazen als er al otters in het gebied verblijven. ,,De Biesbosch is een ideaal gebied voor de otter. Er is voldoende rust, ruimte en voedsel.”
De komende tijd worden extra wildcamera’s in de Biesbosch geplaatst. Zo hopen Blom en zijn collega’s de otter op beeld te vangen. ,,Ook zoeken we in het gebied naar geursporen van de otter, zoals uitwerpselen bij bruggen. We houden echter ons hart vast met barrières als de Bandijk en snelwegen A27 en A15 waar geen diervriendelijke passages zijn.”
7. Vuurlibel
Ook een insect mag niet ontbreken op Bloms nieuwkomerslijstje. Zijn keuze is gevallen op de vuurlibel, een middelgrote libel die van warmte houdt en inmiddels op veel plaatsen in Nederland voorkomt. Ze zijn van mei tot oktober te zien.
,,Deze soort komt uit de zuidelijke streken, maar schuift steeds verder op naar het noorden, zoals meer insectensoorten dat nu doen. De vuurlibel is nog schaars in de Biesbosch, maar we zien hem steeds vaker en we verwachten dat deze soort de komende jaren in aantal zal toenemen. Al je het mannetje ziet, kun je hem gemakkelijk herkennen aan zijn felrode kleur. De vrouwtjes zijn met hun geelbruine kleur wat minder opvallend.”