Skip to content

Artikel AD: André maakt tientallen duizenden kazen per jaar in Kinderdijk: ‘Een uit de hand gelopen hobby’

LEKKERS OM DE HOEK | André van Houwelingen maakt op steenworp afstand van de Kinderdijkse molens tientallen duizenden kazen per jaar. Van melk van zijn eigen koeien. ‘Het is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby.’

Je zou er zomaar langsrijden als je over de Alblasserdamse Molenkade gaat. Alleen een klein bordje wijst je de goede kant op. Het ziet eruit als een doodgewone oude boerderij. Weinig mensen weten dat daarachter een kleine fabriek schuilgaat, waar prijswinnende kazen worden geproduceerd. Zoveel mogelijk met de hand. ,,We maken hier bij Biokaas Kinderdijk zo’n dertig soorten kaas”, zegt André enthousiast.

Kaas met sambal, truffel, kruiden. Maar ook traditionele Hollandse kaas: jong, belegen, oud. Dan is er nog geitenkaas, en van schapen. ,,We maken een kaas hier van begin tot eind. Dus van melk van eigen dieren. De dieren staan hiernaast in de wei. Het is nu zomer, dus ze staan lekker veel buiten.”

Op de achtergrond prijken de molens van Kinderdijk. Normaal gesproken is het daar in deze tijd van het jaar heel druk met toeristen. Die ook de kaas van André kopen. En de kaasmakerij bezoeken. Die hebben ze daar speciaal op ingericht. Achter glazen platen komen in het hoogseizoen wel tientallen mensen per dag kijken naar hoe je kaas maakt met zo weinig mogelijk hulp van machines. Maar corona heeft ook voor André en zijn kaasmakerij dit jaar roet in het eten gegooid. ,,Het is rustig, ja. We zien nu vooral mensen uit de regio. Die komen langsfietsen of wandelen, nemen gelijk onze kaas mee voor thuis.”

André is verliefd op het kaasmaken. ,,We maken een echt traditioneel Hollands product van begin tot eind. De dieren lopen in de wei, eten gras, leveren melk, en daar maken we kaas van. Ik ben wel trots, ja.” Maar zo makkelijk als André het opsomt is het kaasmaken niet. ,,Een klein foutje in het hele proces kan alles verstoren. Je moet echt passie en kunde erin stoppen om een goede kaas te krijgen.”

En lekker is het ook, dat kaasmaken. ,,Je moet natuurlijk je eigen producten proeven. Ja, niet te veel. Het is niet zo dat je de hele dag met een kaasplank rondloopt. Een beetje oppassen dat ik niet te dik word. Doseren is het sleutelwoord. Niet alles tegelijk proeven sowieso, dan komt het ook je neus uit”, zegt André. Als hij in privétijd kaas eet, eet hij altijd zijn eigen kaas. ,,Ja, dat is toch het lekkerst.” Hij weet natuurlijk ook precies wat daar in zit. En ook wat daar níét in zit: ,,conserveringsmiddelen, kleurstoffen, dat soort dingen allemaal. Onze kaas is biologisch en vegetarisch. We gebruiken daarnaast volvette producten. Bij ons vind je alleen maar 50 plus kaas. Het vet maakt de kaas juist smeuïg en lekker.”

André rolde op 14-jarige leeftijd bij toeval in het vak. Hij was op zoek naar een bijbaantje en kwam terecht in de garage van een al wat ouder echtpaar dat kaas maakte daar. ,,Een hobbyboerderij met vijf koeien.” André vond het zo leuk om kaas te maken dat hij het jaren later overnam en uitbouwde tot wat het vandaag de dag is: een biologisch melkveebedrijf en kaasmakerij. ,,We hebben vijftien man personeel in dienst. Dat zijn aardig wat mensen voor zo’n klein bedrijf, maar dat komt omdat we dus bijna alles met de hand doen.”

Melk in de kaastobbe, zuursel en stremsel erbij. Messen roeren het tot een dikke massa, en snijden het in stukjes. Die worden weer samengeperst, en dan heb je een kaas. Die gaat in een pers, en daarna in een pekelbad. Dan krijgt de kaas een beschermlaagje. ,,Dat hele proces is te volgen voor bezoekers. Tot hier.” Een grote hal waar allemaal kazen in verzameld liggen. Een soort kazenhotel. ,,Een jonge kaas mag na 4 weken weg, maar overjarige kaas ligt hier gerust 1,5 jaar.”

Bron: AD Rivierenland

Back To Top
Lid worden