Op donderdag 5 december 2024 organiseert de Natuur en Vogelwacht de Vijfheerenlanden weer een presentatieavond…
De lusten en lasten van 30 jaar bevers in de Biesbosch
VAN NATURE – Er leven nu 30 jaar bevers in de Biesbosch en we kunnen concluderen dat de herintroductie van het grootste knaagdier van Europa succesvol is verlopen. Een terugblik met bioloog Bart Nolet, die destijds het beverproject in de Biesbosch begeleidde.
Jacques van der Neut 26-10-18, 13:27
Nolet houdt zich tegenwoordig niet meer met bevers bezig. Hij onderzoekt het aanpassingsvermogen van ganzen en eenden aan een snel veranderende wereld, zowel hier in de overwinteringsgebieden als in hun broedgebieden in het Noordpoolgebied.
Voordat de eerste zending (1988) bevers door minister Gerrit Braks in de Biesbosch werd uitgezet, beschouwde men het beverproject als een experiment met een looptijd van vijf jaar. Hoe kijkt Nolet terug op die periode? ,,Het was een spannende en leuke tijd. Er was een grote drive om het tot een succes te maken. Die vijf jaar waren voldoende om een idee te krijgen, maar niet voldoende voor harde conclusies. Eén van mijn vragen was of de bevers een levensvatbare populatie konden opbouwen. De conclusie was dat dit aannemelijk was, mits hun voortplantingssucces zou verbeteren of als er een nabijgelegen, tweede populatie zou komen die af en toe voor nieuwe aanwas zou kunnen zorgen.”
Rhône
Als bronpopulatie was gekozen voor de dichtstbijzijnde relictpopulatie en die leefde langs de Elbe in de toenmalige DDR. ,,Ik heb nog gepleit voor een verbreding van de genetische samenstelling door ook bevers uit een andere relatief nabijgelegen relictpopulatie (langs de Rhône) te halen, maar dat durfde men niet aan”, zegt Nolet. Na 30 jaar kunnen we stellen dat de herintroductie geslaagd is. In Limburg gaat het blijkbaar iets te goed, want daar mogen bevers worden verstoord, of gevangen met inloopkooien en mogen dammen en burchten worden vernield of bevers mogen in het uiterste geval zelfs worden gedood. Hoe kijkt Nolet hier tegenaan en was daar in scenario’s al rekening mee gehouden?
,,De bevers hebben geen natuurlijke vijanden, of het moet de zeearend zijn die af en toe een jonge bever pakt. Zelfs de bevers die we uit de DDR kregen, waren zogenaamde ‘probleembevers’, die werden weggevangen omdat ze lokaal voor overlast zorgden. Maar die optie houdt een keer op als de populatie groter wordt. In sommige omstandigheden veroorzaken bevers schade.‘’
In Limburg ontbreekt een groot, aaneengesloten areaal van een terreinbeherende organisatie zoals Staatsbosbeheer in de Biesbosch. Was Limburg eigenlijk wel zo’n geschikt gebied om de forse knagers los te laten? ,,Mijn aanbeveling was om een tweede uitzetting te doen in de Gelderse Poort en daar is men ook in 1994 mee begonnen. Ik was een beetje verbaasd dat men ook nog eens bevers in Limburg ging uitzetten, omdat de bevers langs beken veel meer overlast veroorzaken dan langs rivieren. Ik dacht dat men ervoor zou kiezen om de bevers geleidelijk de beken te laten koloniseren vanuit de rivieren, omdat het dan een meer natuurlijk proces zou zijn.‘’
Voordat de bevers in de Biesbosch werden losgelaten, werd gesteld dat zij met hun geknaag en andere activiteiten het uiterlijk van het vermaarde zoetwatergetijdengebied zouden veranderen. We hadden immers te maken met de stilgevallen griendcultuur, waardoor het merendeel van de griendpercelen veranderde in weelderige wilgenbossen, van min of meer dezelfde leeftijd en hoogte. Afgezien van een paar bijzonder fraaie lokale praktijkvoorbeelden valt dat aspect tegen.‘’
,,Een andere vraag van mijn onderzoek was of de bevers het gebied diverser zouden maken door bijvoorbeeld open plekken te creëren. Ik vond juist dat ze het aanbod aan boomsoorten verkleinden, doordat ze een voorkeur hadden voor de zeldzame boomsoorten (er staan voornamelijk wilgen in de Biesbosch), vermoedelijk in een streven naar een gevarieerd dieet!”
Conflicten
Met de toename van het aantal bevers stijgt de kans op conflicten met waterschappen, die waken over de kwaliteit van waterkeringen. Het is bekend dat bevers behoorlijke tunnels kunnen maken in dijken en kaden. Om met dergelijke vraagstukken verantwoord om te kunnen gaan, bevers genieten immers wettelijke bescherming krachtens de Habitat-richtlijn, is het Beverprotocol geïntroduceerd. Dat bevat richtlijnen hoe waterschappen bijvoorbeeld waterkeringen onaantrekkelijk kunnen maken voor bevers.
Ondanks het feit dat er al 30 jaar bevers in het Nederlandse rivierengebied leven, zijn ze nog steeds mateloos populair. Meerdere ondernemers in de Biesbosch organiseren bevertochten, waarbij op zomeravonden met een fluisterboot door de kreken wordt gevaren om de dieren te zien. Dergelijke tochten zijn volgeboekt en het komt overigens nauwelijks voor dat de dieren helemaal niet opduiken. Voorlichting, specifiek over bevers, loopt wel enigszins terug; hoe anders was dat in de beginjaren! Nolet: ,,Bevers zijn en blijven aaibare dieren, die blijkbaar erg tot de verbeelding spreken.”
Vijf populaties in Nederland
Vanaf 1988 tot 2014 zijn 163 bevers op verschillende locaties in ons land uitgezet. Deze bevers komen uit het Elbegebied of zijn nakomelingen van bevers afkomstig uit het Elbegebied. Verder zijn sinds 1991 enkele tientallen bevers van Oost-Europese en gemengde West-Europese herkomst via de Roer en de Maas spontaan Limburg binnengekomen. In 2008 is men in Drenthe en Groningen begonnen met een herintroductieproject. In Nederland zijn er nu vijf populaties, te weten in de Biesbosch, de Gelderse Poort, Flevoland, Limburg en Drenthe-Groningen. Het is waarschijnlijk dat er tussen die populaties al uitwisseling heeft plaatsgevonden. Er leven nu naar schatting zo’n 1500-1700 bevers in ons land.
Bron: AD Rivierenland