‘Ze zijn aan het jagen’
Een frisse zomerdag in coronatijd. Zo’n tien vissers hebben zich om twee grote vijvers heen verzameld. Ze praten niet met elkaar, ze staren geconcentreerd – of is het dromerig? – voor zich uit. Wat een saaie boel, denkt de buitenstaander misschien. Maar het tegendeel is waar, volgens Rosita. Die mannen zijn aan het jagen! ,,Vroeger waren we allemaal jagers, tegenwoordig zitten we achter de computer. Mensen vinden rust in de natuur. Kijk, je hebt mensen die hun hengel in het water hangen en er een beetje bij gaan zitten. Wachtend tot de dobber een keertje ondergaat. En je hebt actieve vissers. Maar het zijn allebei jagers, die op natuurlijke wijze bezig zijn en daar rust in vinden. Je ziet geen vissers met stress. Het is puur het volgen van je natuurlijk instinct.”
En als je dat hebt gevolgd, kun je er lekker van eten. Op de barbecue, door de pasta heen, in de oven met wat dille en dragon. Of een warm gerookt visje tussen de middag. Rosita eet meermaals per week forel. ,,Het gaat niet vervelen. Weet je wat het ook is: forel ligt niet zwaar op de maag. Is goed te verteren.”
Zo’n 24 jaar geleden kochten ze min of meer noodgedwongen het kavel in Meerkerk. ,,Onze dochter heeft een hartafwijking, die kon de trap niet op, dus we moesten iets gelijkvloers. We visten zelf al veel. Ook met de kinderen toen ze nog klein waren. We hadden er zo veel plezier in dat we het idee kregen er zelf aan te beginnen: visvijvers.” Zo geschiedde. In normale hoogseizoenen verzamelen zich zo’n 30 a 40 visfanaten per dag om de grote vijvers. ,,Die vangen gemiddeld toch wel zes visjes per persoon.” Toeristen, ‘veel Belgen en Duitsers’, komen graag langs, maar ook mensen uit Nederland. ,,We hebben aardig wat vaste klanten.”
Maar waarom eigenlijk alleen forel? ,,Ja, eh, dat weet ik eigenlijk niet. We wisten dat gewoon direct. Dat het forel moest zijn.” Ze hebben er ook heus wel eens aan gedacht andere vissen erbij te gooien. ,,Toeristen vinden tilapia en de tropische kwikwi (gevlekte pantsermeerval, red.) leuk om te vangen. De kwikwi ken ik niet zo goed, die heb ik nooit gerookt. Meerval is wel erg lekker, hoor.”
Bron: AD Rivierenland