Skip to content

Artikel Nieuwe Oogst: Hoe landt de ecopremie bij boeren?

In het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) komen vanaf 2023 aan een kwart van de inkomenssteun groene voorwaarden te hangen. De vraag is of alle boeren zich daarop kunnen inschrijven of dat dit voorbehouden blijft aan boeren in probleemregio’s.

De groene voorwaarden worden gekoppeld aan de ecoregelingen. Binnen het Nationaal Strategisch Plan (NSP) dat iedere Europese lidstaat moet opstellen, kunnen daarmee landelijke doelen voor de verduurzaming van de land- en tuinbouw worden ingevuld.

Voor Nederland zijn de belangrijkste: stikstof, waterkwaliteit, klimaat en biodiversiteit. Boeren die meedoen aan ecoregelingen kunnen de basisinkomenssteun aanvullen. Afhankelijk van hoeveel en welke vergroeningsmaatregelen ze nemen, kan de ‘bonus’ oplopen tot 25 procent.

Woensdag vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over de invulling van het NSP. Hierbij brandde de discussie los over of de ecoregelingen voor alle boeren en tuinders moeten gelden of dat deze alleen moeten worden gericht op regio’s waar specifieke duurzaamheidsdoelen spelen.

Vanuit Wageningen University & Research en de Universiteit Leiden komt het pleidooi om het budget voor de ecoregelingen vol in te zetten op veehouders in de veenweiden en agrariërs die grenzen aan Natura 2000-gebieden.

‘Zoveel mogelijk boeren laten meedoen’

LTO Nederland is daar geen voorstander van. Bij een gebiedsgerichte besteding van de ecobudgetten leveren de overige Nederlandse boeren wel een kwart van hun inkomenssteun in, maar krijgen ze niet de mogelijkheid dit weer goed te maken via een verduurzaming van de bedrijfsvoering. ‘Laat zoveel mogelijk boeren meedoen’, klinkt het vanuit de boerenorganisatie.

LTO wijst erop dat een ecoregeling niet het geschikte middel is om een veenweideboer te compenseren. Het verhogen van het waterpeil betekent in feite het uit productie halen van zijn bedrijf en dan spelen heel andere bedragen.

Overigens zijn alle stikstofrapporten van de afgelopen tijd het daarover eens. Tot 2030 is er voor een landbouwtransitie jaarlijks zo’n 1,5 tot 2 miljard euro nodig. Ook landbouwminister Carola Schouten schreef deze week aan de Kamer dat het GLB-budget niet het enige potje is waaruit kan worden getapt.

Bron: Nieuwe Oogst

Back To Top
Lid worden