Skip to content

Artikel Nieuwe Oogst: Collectieven hekelen weidevogelrapport Algemene Rekenkamer

Agrarische collectieven hebben forse kritiek op het rapport dat de Algemene Rekenkamer deze week presenteerde over het falende weidevogelbeheer. ‘Een eenzijdig, kortzichtig, oppervlakkig en feitelijk onjuist document waarin de boer onterecht in een kwaad daglicht wordt gesteld’, reageert projectleider Jeroen de Vries van het Friese collectief Súdwestkust.

De belangrijkste conclusie uit het rapport ‘Waar is de grutto’ van de rekenkamer is dat de aanpak om weidevogels te beschermen en te behouden niet werkt. Volgens de Algemene Rekenkamer wordt er acht keer zoveel geld beschikbaar gesteld, maar leverde dat de helft minder grutto’s op. Zo groeide de subsidie voor boeren om weidevogels te beschermen van 4,2 miljoen euro in 2001 naar 33,4 miljoen euro in 2020.

Maar in diezelfde periode daalde het aantal broedparen grutto’s van 60.000 tot 30.000. Dat zou onder andere komen doordat maatregelen die het meeste effect hebben, zoals een hoogwater peil of plasdrasgreppels, bijna niet uitgevoerd worden. De boer kijkt vooral naar maatregelen die minder effect hebben als legselbeheer, stelt de Algemene Rekenkamer.

Dat is volgens De Vries onjuist. ‘In overleg met de boeren richten de collectieven een mozaïek in met een geschikte biotoop voor alle stadia in het broedseizoen. Dus juist ook kruidenrijk grasland, plas-dras, beweiding en late maaidata. Doel is om robuuste gebieden te maken, die waar mogelijk aansluiten bij de natuurpercelen van de terreinbeherende organisaties. Collectieven hebben hier de regie op. Dat boeren zelf mogen bepalen welke maatregelen ze nemen, klopt niet.’

Woningbouw

Ook spreekt De Vries tegen dat boeren de daling van het aantal weidevogels kunnen stoppen, zoals de Algemene Rekenkamer in het rapport vermeldt. ‘De boer wordt veel te veel verantwoordelijk gemaakt. Ook terreinbeherende organisaties en overheden spelen hierin een rol in. Wanneer de overheid woningen laat bouwen, kan dat tot een afname van voor weidevogels geschikte biotoop zorgen.’

Wat de projectleider stoort, is dat er in het rapport niet gerept wordt over de rol van predatoren als oorzaak voor de teruglopende weidevogelpopulatie. ‘In de Workumerwaard bijvoorbeeld voeren boeren samen met terreinbeherende organisaties 600 hectare zwaar vogelbeheer uit. Alle maatregelen worden genomen, maar vliegen er bijna geen kuikens uit. Hoe dat kan? De meeste worden opgevreten door marters, kiekendieven, buizerds en andere predatoren. Daar kan de boer helemaal niets aan doen.’

Frustratie bij boeren

Het rapport roept veel frustratie op bij boeren die wel aan weidevogelbeheer doen, weet de projectleider. ‘Het is de zoveelste klap die ze moeten verwerken. Dat is niet goed voor de motivatie. Ieder keer wordt er met het vingertje naar de boer gewezen. In ons gebiedscollectief doen 183 boeren aan weidevogelbeheer. Ik herken geen van onze deelnemers in het stuk van de Algemene Rekenkamer.’

Bron: Nieuwe Oogst

Back To Top
Lid worden