Skip to content

Artikel Nieuwe Oogst: Agrifirm onderzoekt haalbaarheid voedselbossen

Voedselbossen staan volop in de belangstelling. Ze komen tegemoet aan veel maatschappelijke thema’s zoals biodiversiteit, koolstofbinding en lokale voedselproductie. Tegelijkertijd is aanleg risicovol en zijn de investeringen groot. Agrifirm ziet de potenties die een voedselbos in zich heeft, maar wil wel graag harde cijfers op tafel.

Op de website voedseluithetbos.nl staat de teller ten tijde van schrijven op 164 aangemelde voedselbossen, samen goed voor 369 hectare. In werkelijkheid zijn het er waarschijnlijk meer, maar hardere cijfers ontbreken omdat het CBS ze niet registreert.

Daarnaast is het overgrote deel van de voedselbossen nog ‘onder constructie’. Dat wil zeggen: wel aangelegd, maar nog niet echt in productie. Hoe dan ook, het oppervlak blijft peanuts, afgezet tegen het totale landbouwareaal in Nederland van 1,8 miljoen hectare, zegt ook Marc Buiter, bestuurslid van de stichting Voedselbosbouw Nederland.

Wind in de zeilen

Toch hebben voedselbossen de wind in de zeilen. Ze zijn een zegen voor de biodiversiteit, vragen geen kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen, binden op grote schaal CO2 en leveren vrijwel het hele jaar door een keur aan gezonde producten af. Kortom, voedselbossen lijken het antwoord op vrijwel alle maatschappelijke vraagstukken waar de land- en tuinbouw nu mee worstelt.

De opmars van het Nederlandse voedselbos begon in Groesbeek, bij Nijmegen. Daar plantte Wouter van Eck (ooit werkzaam bij Milieudefensie) in 2009 eigenhandig ‘Ketelbroek’. ‘Ketelbroek is een van de weinige voedselbossen in Nederland met een substantiële productie’, weet Buiter.

Verschillende lagen

Er zit bij voedselbossen een lange periode tussen aanplant en eerste oogsten. Een voedselbos bestaat uit verschillende lagen: van hoge kruinbomen tot en met bodembedekkers. Bessen, appels en peren kun je al na enkele jaren oogsten, walnoten en kastanjes laten veel langer op zich wachten.

Buiter: ‘Pas een jaar of zeven na aanplant bereikt de productie een serieuze omvang en die neemt vervolgens steeds verder toe. Verreweg de meest voedselbossen in Nederland zijn zover nog niet.’

De aanleg van voedselbossen wordt op verschillende manieren gestimuleerd. Zo werd in 2018 de ‘Green Deal Voedselbossen’ gesloten, een convenant waarin onder meer provincies, ministeries, onderzoeksinstellingen en waterschappen beloven werk te maken van een groter areaal voedselbossen. Daarnaast is er het programma ‘Duurzame Doorbraak Voedselbosbouw’.

Dankzij dat programma zijn nu achttien nieuwe bossen in ontwikkeling, met een totaaloppervlak van 110 hectare. ‘Doelstelling voor 2023 is 150 hectare voedselbos op agrarische grond’, vertelt Buiter.

De opmars van voedselbossen is ook de leden van Agrifirm niet ontgaan. Samen met de stichting Voedselbosbouw onderzoekt de coöperatie de haalbaarheid van het realiseren van een voedselbos en agroforestry.

Het verschil tussen voedselbossen en agroforestry

Voedselbossen en agroforestry zijn twee vormen van boslandbouw. Voedselbossen (met bomen, struiken, kruiden, bodembedekkers, klimplanten en ondergrondse gewassen) zijn aangelegd voor de voedselproductie. Agroforestry is een combinatie van landbouw of veehouderij met meerjarige teelten. Dus bijvoorbeeld fruitbomen in een weiland met koeien. Of rijen wilgen en notenbomen in combinatie met stroken graan of aardappelen. De combinatie ‘bomen en landbouw’ is mondiaal heel gebruikelijk: op bijna de helft van het wereldwijde landbouwareaal staan meer dan 10 procent bomen. Wageningen University & Research onderzoekt in Lelystad de perspectieven van agroforestry in Nederland. WUR ziet kansen op het gebied van bodemvruchtbaarheid, CO2-vastlegging, biodiversiteit, beheersing van ziekten en plagen en extra inkomsten. Ook kan agroforestry zorgen voor schaduw tijdens hete zomers en voor een aantrekkelijk landschap.

‘We zien de potentie’, vertelt Auke Schripsema, manager ledenprojecten bij Agrifirm. ‘De gunfactor is groot. Vrijwel niemand is tegen.’

Tegelijkertijd is de aanleg van een voedselbos risicovol. ‘De investeringen zijn groot, de subsidies beperkt en vaak vereist de aanleg een vergunning van de gemeente.’ Over de baten zegt Schripsema: ‘Er gaan bedragen rond van 20.000 euro aan opbrengst per hectare per jaar. De werkelijkheid is dat harde cijfers ontbreken. Die willen we graag op tafel krijgen. Dat is ook de reden dat onze ledenraad dit project wil laten uitvoeren.’

Bossenstrategie

Van belang is ook de bossenstrategie van landbouwminister Carola Schouten: uiterlijk in 2030 37.000 hectare extra bos. Als dat areaal volledig uit de landbouw moet komen, betekent dat een gigantische afwaardering. Van 60.000 naar 30.000 euro per hectare betekent een waardevermindering van ruim één miljard euro. ‘Meer bos kun je efficiënter realiseren. Bijvoorbeeld door voedselproductie te combineren met aanplant van bomen.’

Vijftien leden van Agrifirm participeren in het voedselbosproject. Schripsema: ‘Samen willen we meer grip krijgen op de haalbaarheid. Blijft het een ontwikkeling in de marge of staan we voor opschaling: die vraag willen we beantwoorden.’

Ketensamenwerking is voor het toekomstperspectief van voedselbossen essentieel, denkt Schripsema. ‘Een consortium van partijen moet het model zien zitten. Hierbij kijken we ook buiten ons ledenbestand. Naar afzetpartners, partijen die durven te investeren en overheden. Komend najaar moet duidelijk worden of zo’n consortium er komt.’

Het grootste voedselbos van Nederland staat in het Noord-Brabantse Schijndel. In totaal 20 hectare, verdeeld over twee percelen van respectievelijk 4 en 16 hectare. Het is een samenwerking tussen de stichting Voedselbosbouw Nederland en het Groen Ontwikkelfonds Brabant.
Dat provinciale fonds wil uiterlijk 2027 10.000 hectare nieuwe natuur in Brabant realiseren en stimuleert projecten op dat gebied. De grond in Schijndel is eigendom van de provincie en wordt voor een periode van twintig jaar gepacht door de stichting Voedselbosbouw Nederland, die hiervoor 423 euro per hectare per jaar betaalt.

Studenten van de HAS Hogeschool in Den Bosch gaan de boekhouding doen en beoordelen of het voedselbos ook commercieel levensvatbaar is. Schijndel is een ‘rationeel voedselbos’. Dus niet alles kriskras door elkaar, maar bomen en struiken in strakke rijen. Dat maakt straks machinale oogst mogelijk.

Commercieel kansrijk

De aanleg is in 2019 begonnen. Uiteindelijk komen er ‘maar’ zestig verschillende soorten planten: gewassen die commercieel het meest kansrijk worden geacht.

Op het gebied van afzet zijn de eerste afspraken gemaakt: cateraar Vitam wil de oogst uit het bos gebruiken in een aantal van haar restaurants. Vitam is op bijna 200 locaties door heel Nederland actief als bedrijfscateraar.

Joost van Strien, biologisch-dynamisch akkerbouwer in het Flevolandse Ens, startte afgelopen winter met de aanleg van een voedselbos.
‘Toen zijn de randen aangeplant’, zegt Van Strien. Komende winter zet hij stap twee en vinden de meeste bomen, struiken en gewassen een plekje. Later volgt het sluitstuk met de aanplant van de meest kwetsbare soorten.

Het bos beslaat 5,5 hectare van de 90 hectare die het bedrijf van Van Strien en zijn compagnon telt. ‘De landbouw moet op zoek naar productiemethoden die bestand zijn tegen klimaatverandering en die natuurinclusief zijn. Een voedselbos voldoet aan die criteria’, motiveert Van Strien. Twintig ‘hoofdsoorten’ moeten zorgen voor het gros van de financiële opbrengst. ‘Denk aan fruitsoorten, maar ook aan bijvoorbeeld walnoten.’

Afzet geen probleem

Van Strien voorziet weinig problemen in de afzet. ‘We produceren al veel verschillende producten. De oogst uit het bos vormt een mooie aanvulling.’ Realisatie gebeurde grotendeels op eigen kracht.

‘Advies, ontwerp en deels het plantgoed verzorgde stichting Voedselbosbouw Nederland via Duurzame Doorbraak Voedselbosbouw. Maar zo’n bos levert de eerste jaren niks op. Die periode moeten wij zelf overbruggen, daarvoor bestaat geen subsidie. Gezien de klimaatambities van Nederland en de Europese Unie is dat vreemd.’

Over de financiële opbrengsten van een voedselbos is weinig bekend. Mede een gevolg van het feit dat in Nederland nog niet of nauwelijks volgroeide voedselbossen staan.
Het voedselbos in Haarzuilens (Utrecht) geeft wel volledige openheid van zaken, ook wat betreft opbrengsten. Dit bos van ruim 5 hectare is in 2015 aangeplant, in samenwerking met Natuurmonumenten. Sindsdien is voor bijna 20.000 euro aan plant- en zaaigoed uitgegeven. In het bos staan meer dan 150 soorten eetbare planten, variërend van appel, peer, pruim en noot tot kastanje.

Volgens het jaarverslag 2020 werd er vorig jaar 325 kilo product geoogst, afkomstig van 78 gewassen. Dominant waren mispels, braam, framboos, zwarte bes en rabarber. De oogst leverde uiteindelijk 2.185,56 euro op (combinatie van plukabonnementen en kilo-opbrengsten). Daarbij moeten worden aangetekend dat toppers zoals noten- en kastanjebomen nog lang niet in productie zijn.

Verdubbeling oogst

Dit jaar verwacht men een verdubbeling van de oogst. Niet in euro’s te vangen: de progressie op het gebied van biodiversiteit. Het voedselbos meldt de aanwezigheid van salamanders, rugstreeppadden, ringslangen, 25 soorten broedvogels, ijsvogels, kerkuilen en hermelijnen. Ook de insectenrijkdom neem toe met meer zweefvliegen, hommels en bijen, meer dan tien soorten dagvlinders en meer dan honderd soorten nachtvlinders.

Bron: Nieuwe Oogst

Back To Top
Lid worden